Noun | Related Translations | Other Translations |
naturel
|
|
eenvoud; naturel; natuurlijkheid; ongedwongenheid; ongekunsteldheid
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
posséder
|
eigen; in eigendom hebben
|
beschikken over; bezitten; hebben; in eigendom hebben; overmannen; overmeesteren; overweldigen; zich meester maken van
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
privé
|
eigen
|
besloten; particulier; privé; verstoken
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
inhérent
|
eigen; inherent
|
|
inné
|
aangeboren; eigen; natuurlijk; van nature aanwezig
|
aangeboren; ingeboren; inheemse; inlandse
|
naturel
|
aangeboren; eigen; natuurlijk; van nature aanwezig
|
'tuurlijk; aangeboren; allicht; autochtoon; bijgevolg; dus; eenvoudig; gemakkelijk; in een handomdraai; ingeboren; inheems; inlands; koel; koud; licht; logisch; makkelijk; moeiteloos; natuurlijk; niet moeilijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongecompliceerd; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; onontkomelijk; simpel; uiteraard; vanzelf; vanzelfsprekend; zeker; zonder moeite; zonder twijfel
|
naturellement
|
aangeboren; eigen; natuurlijk; van nature aanwezig
|
'tuurlijk; aangeboren; allicht; bijgevolg; dus; in een handomdraai; ingeboren; logisch; moeiteloos; natuurlijk; natuurlijk!; onontkomelijk; uiteraard; vanzelf; vanzelf!; vanzelfsprekend; zeker; zonder moeite; zonder twijfel
|