Noun | Related Translations | Other Translations |
cultivar
|
|
beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
|
engendrar
|
|
provoceren; uitlokken
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
concebir
|
broeden; uitbroeden; warmhouden
|
begrijpen; beseffen; concipiëren; doorzien; graven; in het leven roepen; inrichten; installeren; inzien; maken; met het verstand vatten; onderkennen; opdelven; opgraven; opvatten; realiseren; scheppen; snappen
|
cultivar
|
broeden; uitbroeden; warmhouden
|
aankweken; aanplanten; bebouwen; fokken; genereren; geschikt maken voor bebouwing; kweken; ontginnen; ontwikkelen; opkweken; planten; procreëren; telen; tot ontwikkeling brengen; verbouwen; voortbrengen
|
empollar
|
broeden; uitbroeden; warmhouden
|
blokken; hard studeren; hengsten; leerstof erin stampen
|
engendrar
|
broeden; uitbroeden; warmhouden
|
aanjagen; aankweken; aanmoedigen; aanplanten; aansporen; aanzetten tot; fokken; genereren; iemand motiveren; instigeren; kweken; motiveren; opjutten; opkweken; planten; porren; prikkelen; procreëren; provoceren; stimuleren; telen; verbouwen; verwekken; voortbrengen
|
incubar
|
broeden; uitbroeden; warmhouden
|
bebroeden
|
originar
|
broeden; uitbroeden; warmhouden
|
aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; losmaken; opkweken; planten; procreëren; telen; teweegbrengen; verbouwen; verwekken; voortbrengen
|
tramar
|
broeden; uitbroeden; warmhouden
|
bebroeden; bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen; zinnen op
|