Most Recent Dutch Words:
ingrijpen rozijn wijndruif ruis rui ondersteunen ondersteund druif technisch voorbehoedsmiddel veren geveerd romp hoeven hoef ontslag taart opmaken opmaak verwerken schuld apparaat voldoen tweede band genereren aanvullen geheel provisie toevoegen Toevoegen dan aantonen onderbouwen onderbouwd even verwittiging aanbod alsnog los lossen aanleveren onderneming leider doven doof plus plussen bestelling inboeken duits Duits hoogte herhaaldelijk gram terughoudend terughouden verrekenen duizelig ondernemer huidig bepaald verzadigd verzadigen versierder gebruikelijk gunnen nauwelijks vergoeding opsomming momenteel scherp scherpen maatschappelijk vloeibaar aanmaken aanmaak probleem problemen boezem volwaardig verkiezing afscheid afscheiden fundering Italiaan afbeelding verwachten regeringsvorm natuurgebied volgorde melding natuur begroting reeds pindakaas danser kapot schorsen schors afboeken afschrijving tip tips gleuf afname herladen tegelijk laden geladen koksmaat koksmaatje wijzigen lek lekken meter vallen val link links arm pauk breken doorstrepen doorgestreept bepalen regenachtig tak uiterlijk spatten spat spatbord vergunning overleggen overleg honderd spatader destijds alvast goedkeuring ingreep laat laatste koppelen gekoppeld galmen galm oefenen efficiënt bord schatting verbetering verbeteringen aanvullingen zullen rooien kleding dam dammen schakel schakelen schaken schaak passer doorgeven wensen wens groeien groei verzekeren verzekerd onaangeraakt persoon onaangeroerd vanaf herfst rijden reden voorziening haasten gehaast inleveren verzenden neef negeren globe wanneer handelen handel smerig rotzooi rotzooien oplopen keelontsteking schild overtuigen bezwijken gastarbeider publiek oefening
Most Recent Spanish Words:
intrépido cabrón pillar pillo punto lunar lunares diablillo delantal retoño fidelidad tapete golpear tomar tomarse tome toma meter meterse batir batirse equidad lince buitre águila rato rata ser señas seña dejar oír oye ¡oye! estudiar conocer conocerse lucir querer viga vigas reprochar amago host formar formarse forma vivir comer arcaico putero emparejar toldo prostíbulo incrédulo chulo arder miopía conjuntivo superior vértigo comodidad llegar presentar presentarse estilo información dictamen bajío entender certificación reparar trastornar trastorno instruir chusco circunlocución arrojar rotación amable frontis disertación concertar concierto vilmente mal abyecto igual supeditado criminal secreto mordaz usual bajarse bajo aguerrido aprovechar cerebro juicio inflable culo canguro despectivo puntilloso cochino cauce furúnculo cirujano rostro mordisquear tumbar tejado rasgo rasgar aplicar aplicado subestimar alteración burlón recital temperamental granjero tender tienda tenderse acompañar inhalar chocar emborracharse despedazar tías lindo desgastar desgaste desgastarse tomo átomo controlar jaspear con genio don entendimiento genialidad capacidad Capacidad dominio sobre-pelliz roquete expulsión impuesto imponer imponerse poblar comienzo crear que qué marcar acto vistazo topología experimentar disponer ámbito arrancar lograr cuidado pedazo risa prestar escritor escritora rojo roer quieto atardecer brecha ensayo onomatopeya despedir anochecer hueco comprar mitigar mitigado compra ascensor encargar encargarse encargado escaparate mostrador estanco estancarse sección trasero dependiente delantero delantera