Dutch

Detailed Translations for leeftocht from Dutch to Spanish

leeftocht:

leeftocht [de ~ (m)] nomen

  1. de leeftocht
    la alimentación; la manutención; la nutrición; la comida; el víveres; la vianda; el alimento; el alimentos; la provisiones; la vituallas; el productos alimenticios

Translation Matrix for leeftocht:

NounRelated TranslationsOther Translations
alimentación leeftocht eetwaren; eten; kost; levensmiddelen; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedsel
alimento leeftocht eten; gerecht; kost; levensmiddelen; schotel; spijziging; voeding; voedsel
alimentos leeftocht alimentatie; alimentaties; eetwaren; eten; kost; levensmiddelen; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedingsmiddelen; voedsel
comida leeftocht diner; eetwaren; eten; gerecht; kost; levensmiddelen; maal; maaltijd; proviand; schotel; spijs; spijziging; voeding; voedsel
manutención leeftocht interview; ondersteuning; praat; steun; stut; support; vraaggesprek
nutrición leeftocht eetwaren; eten; kost; levensmiddelen; proviand; spijs; spijziging; voeding; voedingsmiddelen; voedsel
productos alimenticios leeftocht eetwaren; eten; levensmiddelen; proviand; spijs; voeding; voedsel
provisiones leeftocht eetwaren; eten; levensmiddelen; proviand; spijs; voeding; voedsel; voorraden
vianda leeftocht eetwaren; eten; levensmiddelen; proviand; spijs; voeding; voedsel
vituallas leeftocht eetwaren; eten; levensmiddelen; proviand; spijs; voeding; voedingsmiddelen; voedsel
víveres leeftocht eetwaren; eten; levensmiddelen; proviand; spijs; voeding; voedingsmiddelen; voedsel