Dutch

Detailed Translations for kwalijk nemen from Dutch to Spanish

kwalijk nemen:

kwalijk nemen [znw.] nomen

  1. kwalijk nemen (verwijt)
    el reproche

Translation Matrix for kwalijk nemen:

NounRelated TranslationsOther Translations
amanecer aanbreken van de dag; dageraad; morgenschemering; morgenstond; ochtendgloren; ochtendstond; vroege ochtenduren; zonsopgang
desaparecer afsterven; tenietgaan; uitvallen; wegvallen
reproche kwalijk nemen; verwijt berisping; bezwaar; blaam; gisping; grief; het klagen; klacht; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt
VerbRelated TranslationsOther Translations
amanecer aanrekenen; aanwrijven; iemand iets verwijten; kwalijk nemen aanbreken van de dag; aanmanen; aanmanen tot een verplichting; aanrekenen; aansteken; aanstrijken; aanwrijven; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; berispen; beschuldigen; blameren; dagen; doen ontvlammen; flikkeren; fonkelen; gispen; glanzen; gloren; krieken; laken; licht worden; lichten; lichter worden van kleur; manen; nadragen; neppen; omlijnen; omranden; oplichten; schijnen; sommeren; sprankelen; stralen; twinkelen; verhuizen; verkassen; verneuken; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
amonestar aanrekenen; aanwrijven; iemand iets verwijten; kwalijk nemen aanrekenen; aanwrijven; berispen; beschuldigen; blameren; gispen; laken; manen; nadragen; terechtwijzen; vermanen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; waarschuwen
arrebatar aanrekenen; aanwrijven; iemand iets verwijten; kwalijk nemen aanrekenen; aanwrijven; achteroverdrukken; berispen; beschuldigen; blameren; doordrijven; gappen; geweld gebruiken; gispen; inpikken; jatten; laken; nadragen; ontvreemden; ontworstelen; ontwringen; pikken; stelen; verdonkeremanen; verhuizen; verkassen; vervreemden; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; wegkapen; wegpikken; zich door te worstelen bevrijden
desacreditar aanwrijven; beschuldigen; blameren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; voor de voeten gooien afkraken; katten; kraken; kritiseren
desaparecer aanrekenen; aanwrijven; iemand iets verwijten; kwalijk nemen achteruitgaan; afnemen; bezwijken; declineren; doodgaan; doorleven; doorstaan; heengaan; inslapen; minder worden; missen; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verdragen; verduren; verdwijnen; verhuizen; verkassen; vermissen; verteren; wegvallen
echar en cara aanwrijven; beschuldigen; blameren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; voor de voeten gooien hardvallen; onvriendelijk bejegenen
escandalizar aanrekenen; aanwrijven; iemand iets verwijten; kwalijk nemen aanstoot geven; blameren; choqueren; schandaliseren; schokken; shockeren
recriminar aanwrijven; beschuldigen; blameren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; voor de voeten gooien wrok koesteren; wrokken
reprochar aanrekenen; aanwrijven; beschuldigen; blameren; iemand iets aanrekenen; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; laken; nadragen; voor de voeten gooien hardvallen; loskrijgen; losmaken; lostornen; onvriendelijk bejegenen; tornen; uithalen; uittrekken

External Machine Translations:

Related Translations for kwalijk nemen