Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. fokkerij:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for fokkerij from Dutch to Spanish

fokkerij:

fokkerij [de ~ (v)] nomen

  1. de fokkerij (teelt; reproductie; voortplanting; )
    la cría; la producción; el cultivo
  2. de fokkerij (veefokkerij; teelt; voortbrenging; )
    la ganadería

Translation Matrix for fokkerij:

NounRelated TranslationsOther Translations
cría aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting broed; dreumes; gebroed; gespuis; hummel; jong gedierte; kinderen; klein kind; kleintje; kroost; nageslacht; nakomelingen; peuter; telgen; uk; worm; wurm
cultivo aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting aankweken; aanplant; aanplanten; aanplanting; beplanting; bouwsel; bouwwerk; culture; cultuur; doen voorttelen; fokken; gebouw; gebroed; gespuis; gewas; kweek; kweken; pand; plant; plantage; planten; poten; teelgewas; telen; verbouwen
ganadería aanfok; fok; fokkerij; teelt; telen; veefokkerij; verbouw; voortbrenging; voortplanting boerenbedrijf; boerenonderneming; landbouwonderneming; veebedrijf; veefokkerij; veehouderij; veeteelt
producción aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting aanmaak; fabricage; fabricatie; maak; makelij; maken; merk; productie; vervaardiging; verwekking; voortbrenging

Related Words for "fokkerij":


Wiktionary Translations for fokkerij:


Cross Translation:
FromToVia
fokkerij cría Zucht — die kontrollierte Vermehrung von Pflanzen oder Tieren mit dem Ziel, die gewünschten Eigenschaften an die Nachkommen weiterzuvererben