Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. snufje:


Dutch

Detailed Translations for snufje from Dutch to English

snufje:

snufje [het ~] nomen

  1. het snufje (zweem; vleugje; flinter; )
    the semblance; the touch; the small trace; the trace; the hint; the tending to
  2. het snufje (gadget; nieuwtje; modeartikel)
    the gadget

Translation Matrix for snufje:

NounRelated TranslationsOther Translations
gadget gadget; modeartikel; nieuwtje; snufje artikel; ding; gadget; goed; hebbeding; item; object; snuisterij; voorwerp; zaak
hint flinter; floers; schijntje; snufje; vleugje; waas; zweem aantijging; aanwijzing; hint; insinuatie; klein beetje; spoor; tip; toespeling; verwijzing; vingerwenk; vingerwijzing; wenk; zijdelingse verdachtmaking; zweem; zweempje
semblance flinter; floers; schijntje; snufje; vleugje; waas; zweem klein beetje; zweem; zweempje
small trace flinter; floers; schijntje; snufje; vleugje; waas; zweem klein beetje; zweem; zweempje
tending to flinter; floers; schijntje; snufje; vleugje; waas; zweem
touch flinter; floers; schijntje; snufje; vleugje; waas; zweem aanraking; contact; gevoel; kleine tik; klopje; sentiment; tikje; toetsaanslag; voeling
trace flinter; floers; schijntje; snufje; vleugje; waas; zweem klein beetje; zweem; zweempje
VerbRelated TranslationsOther Translations
hint doorschijnen
touch aangaan; aangrijpen; aanraken; aanroeren; aanstippen; belang inboezemen; beroeren; betasten; betreffen; bevoelen; even aanraken; ontroeren; raken; roeren; slaan op; toucheren; treffen; voelen; zitten aan; zorg inboezemen
trace calqueren; checken; lokaliseren; met pen overtekenen; nagaan; natrekken; opsporen; overtrekken; traceren; verifiëren; vinden