Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aanraking:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanraking from Dutch to English

aanraking:

aanraking [de ~ (v)] nomen

  1. de aanraking (contact)
    the touch

Translation Matrix for aanraking:

NounRelated TranslationsOther Translations
touch aanraking; contact contact; flinter; floers; gevoel; kleine tik; klopje; schijntje; sentiment; snufje; tikje; toetsaanslag; vleugje; voeling; waas; zweem
VerbRelated TranslationsOther Translations
touch aangaan; aangrijpen; aanraken; aanroeren; aanstippen; belang inboezemen; beroeren; betasten; betreffen; bevoelen; even aanraken; ontroeren; raken; roeren; slaan op; toucheren; treffen; voelen; zitten aan; zorg inboezemen

Related Words for "aanraking":

  • aanrakingen

Wiktionary Translations for aanraking:

aanraking
noun
  1. het aanraken

Cross Translation:
FromToVia
aanraking contact Berührung — das Ereignis, wenn mehrere Dinge aneinander geraten (auch abstrakt)
aanraking touch Berührung — die Handlung, an [1] beteiligen zu sein
aanraking contact contactaction de toucher physiquement.