Dutch

Detailed Translations for aansluiting from Dutch to French

aansluiting:

aansluiting [de ~ (v)] nomen

  1. de aansluiting (contact; verbinding; connectie)
    la connexion; le contact; la ligne téléphonique; la liaison; la communication; la relation; la jonction; l'interface; le le rapport
  2. de aansluiting (verbinding; relatie; link; )
    le lien; le rapport; la relation
  3. de aansluiting (telefoonaansluiting; telefoonlijn)

Translation Matrix for aansluiting:

NounRelated TranslationsOther Translations
branchement du téléphone aansluiting; telefoonaansluiting; telefoonlijn
communication aansluiting; connectie; contact; verbinding aangifte; aankondigen; aankondiging; aanzeggen; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; communicatie; convocatie; declaratie; gewag; informatie; informeren; inzage; kennisgeven; kennisgeving; kennisneming; konde doen; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; opheldering; oproeping; publicatie; publikatie; relaas; statement; tijding; toelichting; uitgave; uitgifte; uitlegging; uitspraak; verklaring; vermelding; verwittiging
connexion aansluiting; connectie; contact; verbinding aaneenkoppeling; band; communicatie; correlatie; koppeling; relatie; samenhang; schakeling; verband; verbinding
contact aansluiting; connectie; contact; verbinding aanraking; aanslag; communicatie; contact; contactpersoon; contactpersoonitem; impact; voeling
installation du téléphone aansluiting; telefoonaansluiting; telefoonlijn
interface aansluiting; connectie; contact; verbinding interface
jonction aansluiting; connectie; contact; verbinding aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aanvoegen; koppeling; kruising; kruising van straten; kruispunt; las; samenvoeging; splitsing; spoorwegknooppunt; verbinden; verbinding; wegkruising; wegsplitsing
le rapport aansluiting; connectie; contact; verbinding
liaison aansluiting; connectie; contact; verbinding OLE/DDE-koppeling; aaneenkoppeling; aaneenvoeging; affaire; afgesproken ontmoeting; afspraak; akkoord; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; connectie; correlatie; federatie; gebondenheid; gegevensbinding; het gebonden zijn; koppelen; koppeling; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; samenvoeging; schakel; slippertje; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verhouding; verkering
lien aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding alliantie; band; bond; bondgenootschap; connectie; correlatie; hyperlink; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; sluitband; verband; verbinding; verbond
ligne téléphonique aansluiting; connectie; contact; verbinding telefoondraad; telefoonlijn
rapport aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding aankondigen; akkoord; band; bekendmaken; bericht; binding; bond; bondgenootschap; correlatie; federatie; gebondenheid; geschiedenis; het gebonden zijn; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; melden; notulen; ommegang; pact; rapport; referaat; relaas; relatie; reportage; samenhang; unie; verband; verbinding; verbond; verdichtsel; verdrag; verhaal; verhaaltje; verhouding; verkering; verslag; vertelling; vertelsel; weergave
relation aansluiting; band; connectie; contact; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding affaire; akkoord; avontuurtje; band; bekende; bekende persoon; binding; bond; bondgenootschap; connectie; correlatie; federatie; gebondenheid; het gebonden zijn; kennis; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; schakel; slippertje; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verhouding; verkering; verwantschap
VerbRelated TranslationsOther Translations
liaison koppelen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
interface interface
liaison koppelen

Wiktionary Translations for aansluiting:

aansluiting
noun
  1. (figuré) assemblage.

Cross Translation:
FromToVia
aansluiting interface interface — point of interconnection between entities
aansluiting jonction junction — the act of joining
aansluiting jonction junction — a place where two things meet
aansluiting ligne line — telephone or network connection

Related Translations for aansluiting