Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aanschroeven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanschroeven from Dutch to French

aanschroeven:

aanschroeven verb (schroef aan, schroeft aan, schroefde aan, schroefden aan, aangeschroefd)

  1. aanschroeven (vastschroeven)
    serrer; visser; serrer le vis
    • serrer verb (serre, serres, serrons, serrez, )
    • visser verb (visse, visses, vissons, vissez, )

Conjugations for aanschroeven:

o.t.t.
  1. schroef aan
  2. schroeft aan
  3. schroeft aan
  4. schroeven aan
  5. schroeven aan
  6. schroeven aan
o.v.t.
  1. schroefde aan
  2. schroefde aan
  3. schroefde aan
  4. schroefden aan
  5. schroefden aan
  6. schroefden aan
v.t.t.
  1. heb aangeschroefd
  2. hebt aangeschroefd
  3. heeft aangeschroefd
  4. hebben aangeschroefd
  5. hebben aangeschroefd
  6. hebben aangeschroefd
v.v.t.
  1. had aangeschroefd
  2. had aangeschroefd
  3. had aangeschroefd
  4. hadden aangeschroefd
  5. hadden aangeschroefd
  6. hadden aangeschroefd
o.t.t.t.
  1. zal aanschroeven
  2. zult aanschroeven
  3. zal aanschroeven
  4. zullen aanschroeven
  5. zullen aanschroeven
  6. zullen aanschroeven
o.v.t.t.
  1. zou aanschroeven
  2. zou aanschroeven
  3. zou aanschroeven
  4. zouden aanschroeven
  5. zouden aanschroeven
  6. zouden aanschroeven
diversen
  1. schroef aan!
  2. schroeft aan!
  3. aangeschroefd
  4. aanschroevende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aanschroeven [znw.] nomen

  1. aanschroeven (vastschroeven)
    le serrer; le visser

Translation Matrix for aanschroeven:

NounRelated TranslationsOther Translations
serrer aanschroeven; vastschroeven
visser aanschroeven; vastschroeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
serrer aanschroeven; vastschroeven aandraaien; aandrukken; aantrekken; comprimeren; dichtdraaien; dichtknijpen; dichtschroeven; dichttrekken; door draaien vastmaken; drukken; klemmen; klemzetten; knellen; knuffelen; liefkozen; met gespannen voorwerp omsluiten; omklemmen; omspannen; oprekken; overspannen; rekken; samendrukken; samenpersen; schroeven; strak zitten; vastdraaien; vastdrukken; vasthouden; vastklemmen; vastknellen; vastknijpen; vastschroeven
serrer le vis aanschroeven; vastschroeven
visser aanschroeven; vastschroeven aandraaien; dichtschroeven; door draaien vastmaken; indraaien; inschroeven; schroeven; vastschroeven

Wiktionary Translations for aanschroeven:


Cross Translation:
FromToVia
aanschroeven boulonner; visser anschraubentransitiv: etwas mit einer Schraube befestigen oder zusammensetzen