Summary
Dutch
Detailed Translations for weggooien from Dutch to Spanish
weggooien:
-
weggooien
Conjugations for weggooien:
o.t.t.
- gooi weg
- gooit weg
- gooit weg
- gooien weg
- gooien weg
- gooien weg
o.v.t.
- gooide weg
- gooide weg
- gooide weg
- gooiden weg
- gooiden weg
- gooiden weg
v.t.t.
- heb weggegooid
- hebt weggegooid
- heeft weggegooid
- hebben weggegooid
- hebben weggegooid
- hebben weggegooid
v.v.t.
- had weggegooid
- had weggegooid
- had weggegooid
- hadden weggegooid
- hadden weggegooid
- hadden weggegooid
o.t.t.t.
- zal weggooien
- zult weggooien
- zal weggooien
- zullen weggooien
- zullen weggooien
- zullen weggooien
o.v.t.t.
- zou weggooien
- zou weggooien
- zou weggooien
- zouden weggooien
- zouden weggooien
- zouden weggooien
diversen
- gooi weg!
- gooit weg!
- weggegooid
- weggooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for weggooien:
Wiktionary Translations for weggooien:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• weggooien | → caneca | ↔ bin — informal: dispose of in a bin or as if in a bin |
• weggooien | → lanzar | ↔ shy — to fling |
• weggooien | → tirar; echar; desechar | ↔ throw away — discard or dispose of |
• weggooien | → rehusar; devolver; refutar; rechazar; suspender; echar | ↔ rejeter — Traductions à trier suivant le sens |