Dutch

Detailed Translations for waag from Dutch to Spanish

waag:

waag [de ~ (m)] nomen

  1. de waag (weegschaal; bascule; balans)
    la báscula; la balanza; el peso; el edificio del peso público; el peso público
  2. de waag (weegbrug)
  3. de waag (weeghuis)
    la casa de peso; la casa de balanza

Translation Matrix for waag:

NounRelated TranslationsOther Translations
balanza balans; bascule; waag; weegschaal
báscula balans; bascule; waag; weegschaal
báscula de puente waag; weegbrug
casa de balanza waag; weeghuis
casa de peso waag; weeghuis
edificio del peso público balans; bascule; waag; weegschaal waaggebouw
peso balans; bascule; waag; weegschaal aantal kilogrammen; allegaartje; belading; druk; dwang; geharrewar; gelazer; gewicht; gewichtsklasse; lading; last; mengelmoes; narigheid; omhulling; pressie; samenraapsel; trammelant; vracht; vrachtgoed; waaggebouw; zwaarte
peso público balans; bascule; waag; weegschaal waaggebouw
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
peso gewicht

Related Words for "waag":


Wiktionary Translations for waag:

waag
noun
  1. plaats waar vroeger van overheidswege handelsgoederen gewogen werden, waaggebouw

Cross Translation:
FromToVia
waag riesgo aléa — désuet|fr chance bonne ou mauvaise.
waag riesgo risquepossibilité d’un événement négatif, péril possible, hasard dangereux.

waag form of wagen:

wagen verb (waag, waagt, waagde, waagden, gewaagd)

  1. wagen (durven; riskeren; avonturen)

Conjugations for wagen:

o.t.t.
  1. waag
  2. waagt
  3. waagt
  4. wagen
  5. wagen
  6. wagen
o.v.t.
  1. waagde
  2. waagde
  3. waagde
  4. waagden
  5. waagden
  6. waagden
v.t.t.
  1. heb gewaagd
  2. hebt gewaagd
  3. heeft gewaagd
  4. hebben gewaagd
  5. hebben gewaagd
  6. hebben gewaagd
v.v.t.
  1. had gewaagd
  2. had gewaagd
  3. had gewaagd
  4. hadden gewaagd
  5. hadden gewaagd
  6. hadden gewaagd
o.t.t.t.
  1. zal wagen
  2. zult wagen
  3. zal wagen
  4. zullen wagen
  5. zullen wagen
  6. zullen wagen
o.v.t.t.
  1. zou wagen
  2. zou wagen
  3. zou wagen
  4. zouden wagen
  5. zouden wagen
  6. zouden wagen
diversen
  1. waag!
  2. waagt!
  3. gewaagd
  4. wagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

wagen [de ~ (m)] nomen

  1. de wagen (auto; vehikel; kar)
    el coche; el vehículo; el automóvil
  2. de wagen (paardenwagen)
    el coche de caballos; el coche; el vehículo
  3. de wagen (durven)
    el osar
  4. de wagen (vehikel; voertuig; rijtuig; kar)
    el carro; la carreta

Translation Matrix for wagen:

NounRelated TranslationsOther Translations
automóvil auto; kar; vehikel; wagen automobiel
carreta kar; rijtuig; vehikel; voertuig; wagen handkar; handwagen; kar; karretje; koets; lorrie; rijtuig; rolwagentje; wagentje
carro kar; rijtuig; vehikel; voertuig; wagen boodschappenwagentje; handkar; kar; karretje; lorrie; rolwagentje; wagentje; winkelwagen; winkelwagentje
coche auto; kar; paardenwagen; vehikel; wagen personenauto; spoorrijtuig
coche de caballos paardenwagen; wagen
osar durven; wagen
vehículo auto; kar; paardenwagen; vehikel; wagen voertuig
VerbRelated TranslationsOther Translations
arriesgar avonturen; durven; riskeren; wagen
arriesgarse avonturen; durven; riskeren; wagen
atreverse avonturen; durven; riskeren; wagen
atreverse a avonturen; durven; riskeren; wagen aandurven
aventurar avonturen; durven; riskeren; wagen avonturieren
aventurarse avonturen; durven; riskeren; wagen avonturieren
osar avonturen; durven; riskeren; wagen
tener la osadía avonturen; durven; riskeren; wagen
- durven

Related Words for "wagen":


Synonyms for "wagen":


Antonyms for "wagen":


Related Definitions for "wagen":

  1. je niet door angst of onzekerheid laten tegenhouden1
    • hij waagde het toch naar huis te rijden met die gladheid1
  2. vervoermiddel dat bestaat uit een kar of bak met vier wielen1
    • de baby ligt in de kinderwagen1

Wiktionary Translations for wagen:

wagen
noun
  1. een auto
verb
  1. een poging ondernemen

Cross Translation:
FromToVia
wagen aventura adventure — to risk
wagen coche; automóvil; auto; carro; máquina car — automobile, a vehicle steered by a driver
wagen osar dare — to have courage
wagen enfrentar; afrontar dare — to brave or face up to
wagen apostar gamble(transitive) to risk something for potential gain
wagen arriesgar venture — to risk
wagen carro; coche wagon — cart
wagen arriesgar; aventurar aventurerhasarder, mettre à l’aventure.
wagen vehículo; coche bagnole — France|fr (familier, fr) voiture, automobile.
wagen carro; carroza; coche; tanque charchariot élevé.
wagen carreta; carro charrettevoiture à deux roues, avec deux ridelles et deux limons.
wagen arriesgar hasarderrisquer, exposer à la fortune, exposer au péril.
wagen osar; atreverse oser — Avoir la hardiesse, l’audace de dire, de faire quelque chose.
wagen arriesgar risquerhasarder, exposer à un danger possible, à une chance douteux.
wagen coche voiture — Caisse sur roues
wagen coche; carro; auto; automóvil voiture — Automobile