Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verdeling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verdeling from Dutch to Spanish

verdeling:

verdeling [de ~ (v)] nomen

  1. de verdeling
    la partición; la división; el reparto; el compartimiento; la caseta

Translation Matrix for verdeling:

NounRelated TranslationsOther Translations
caseta verdeling ambacht; hok; hokje; huis; hut; hutje; kot; krot; métier; optrekje; stiel; stulp; vak; verblijf
compartimiento verdeling ambacht; compartiment; coupé; métier; stiel; vak
división verdeling afbreking; afdeling; afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing; aftakking; arrangement; brigade; departement; detachement; divisie; driesprong; indeling; legerafdeling; opdeling; opstelling; ordening; rangschikking; schikking; sectie; splitsing; tak; tussenmuurtje; vakgroep; vertakking; wegsplitsing
partición verdeling aftakking; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; partitie; schijfpartitie; splitsing; vertakking; wegkruising; wegsplitsing
reparto verdeling aftakking; bestelling; bezorging; driesprong; keer; kentering; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; overhandiging; postbestelling; postbezorging; rolverdeling; splitsing; vertakking; wegsplitsing
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
división divisie

Wiktionary Translations for verdeling:


Cross Translation:
FromToVia
verdeling distribución distribution — act of distribution or being distributed
verdeling división division — act or process of dividing anything
verdeling división division — Autres sens à trier