Dutch

Detailed Translations for uitlating from Dutch to Spanish

uitlating:

uitlating [de ~ (v)] nomen

  1. de uitlating (ellips)
    la opinión; la observación; la elipse; la declaración; la elipsis
  2. de uitlating (meningsuiting)
    la opinión; la expresiones; la expresión de opinión; la observación; la declaración; la palabra

Translation Matrix for uitlating:

NounRelated TranslationsOther Translations
declaración ellips; meningsuiting; uitlating aangeven; aangifte; aangifteformulier; aankondigen; aanmelding; afkondiging; bekendmaken; bekendmaking; bepalen; beschikken; declaratie; het uitspreken; inschrijving; melden; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; proclamatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte; uiting; uitspraak; verklaring; verordenen; verwoording; voorschrijven
elipse ellips; uitlating
elipsis ellips; uitlating omissie; weglating
expresiones meningsuiting; uitlating idioom; taaleigen; uitdrukkingen; uitspraken
expresión de opinión meningsuiting; uitlating
observación ellips; meningsuiting; uitlating aanmerking; aanschouwen; aanschouwing; apperceptie; bemerking; beschouwing; herkennen; het uitspreken; observatie; observeren; opmerking; perceptie; uitspraak; waarnemen; waarneming; zien
opinión ellips; meningsuiting; uitlating aanhaling; adviesraad; articulatie; begrip; benul; beschouwing; bewustzijn; brein; citaat; denkbeeld; doorzicht; dunk; gedachte; gezichtspunt; gezindheid; het uitspreken; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oordeel; oordeelvelling; opinie; opvatting; overtuiging; quote; raad; rede; standpunt; uitspraak; vaststaande mening; verstand; visie; vonnis; zienswijze
palabra meningsuiting; uitlating goudklomp; inleiding; introductie; proloog; taal; voorbericht; voorwoord; woord

Related Translations for uitlating