Dutch

Detailed Translations for tussenvoegsel from Dutch to Spanish

tussenvoegsel:

tussenvoegsel [het ~] nomen

  1. het tussenvoegsel (inlassing; invoeging; tussenvoeging)
    la inserción; la interposición; el entrelazamiento
  2. het tussenvoegsel (tussenstuk; tussenzetsel; las)
    la junta; el infijo; el ensamblaje; la soldadura; la parte intermedia

Translation Matrix for tussenvoegsel:

NounRelated TranslationsOther Translations
ensamblaje las; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel aaneenkoppeling; aaneensluiting; aanvoeging; assemblage; assembleren; bijeenlegging; bond; broederschap; genootschap; koppeling; montage; samenstelling; samenvoeging; sociëteit; verbinding; vereniging
entrelazamiento inlassing; invoeging; tussenvoeging; tussenvoegsel verstrengeling; vervlechting
infijo las; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel
inserción inlassing; invoeging; tussenvoeging; tussenvoegsel inschuiving; invoegen; invoegsel; plaatsing van artikel; toelating; tussenschuiving
interposición inlassing; invoeging; tussenvoeging; tussenvoegsel ingreep; inmenging; interventie; tussenkomst
junta las; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel bijeenkomst; congres; las; manifestatie; naad; pakking; samenkomst; samenvoeging; verbinding; vergadering; voeg; zitting
parte intermedia las; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel
soldadura las; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel ingevoegd stuk; inlas; invoeging; las; lasnaad; naad; samenvoeging; soldeer; soldeersel; verbinding; vergroeiing; voeg; welnaad

Related Words for "tussenvoegsel":

  • tussenvoegsels