Dutch

Detailed Translations for toer from Dutch to Spanish

toer:

toer [de ~ (m)] nomen

  1. de toer (reis; expeditie; trektocht; )
    el viaje; el pasaje; la excursión
  2. de toer (prestatie; krachttoer; stunt)
    la hazaña; el todo un logro; la proeza
  3. de toer (draaicirkel)
    la vuelta; el círculo de giro
  4. de toer (uitstapje; reis; excursie; )
    la excursión; el paseo; el recorrido
  5. de toer (handigheid; kunst; truc; kneep)
    el saber; la habilidad; el truco
  6. de toer (rondrit; trip; rondreis; )
    el paseo
  7. de toer (zijn ronde doen; omgang; rondje; rondgang)
    el patrullar; el ir de ronda

Translation Matrix for toer:

NounRelated TranslationsOther Translations
círculo de giro draaicirkel; toer
excursión dagreis; excursie; expeditie; gang; mars; reis; rit; tocht; toer; tournee; trektocht; uitstapje dagtocht; excursie; ronde; tochtje; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje
habilidad handigheid; kneep; kunst; toer; truc adremheid; bedrevenheid; bijdehandheid; doortraptheid; ervaring; geraffineerdheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; handigheid; handvaardigheid; kunde; kundigheid; leepheid; listigheid; ondervinden; ondervinding; praktijk; puntig zijn; puntigheid; routine; scherpheid; scherpte; slag; sluwheid; snedigheid; snoodheid; spitsheid; strijd; vaardigheid met de hand; veldslag
hazaña krachttoer; prestatie; stunt; toer bravourestuk; bravourstuk; dapperheid; heldendaad; heroïsche verrichting; hoogstandje; koenheid; kunststuk; moed; moedige daad; onbesuisdheid; onversaagdheid; overmoed; recordprestatie; roekeloosheid; stunt; topprestatie; vermetelheid; waaghalzerij; wapenfeit
ir de ronda omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen
pasaje expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht corridor; doorgang; doorloop; gang; gangpad; overtocht; overvaart; pasje; passage; passus; zeereis
paseo dagreis; excursie; gang; reis; rit; rondreis; rondrit; tocht; tochtje; toer; tour; tournee; trip; uitstapje allee; avenue; boulevard; dreef; kuier; kuiergang; laan; loopje; omloop; ommetje; promenade; rijtochtje; rijtoer; ronde; rondwandeling; slentergang; slentergangetje; tochtje; tournee; uitje; voetreis; voettocht; wandeling; wandeltocht
patrullar omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen afzoeken; patrouilleren
proeza krachttoer; prestatie; stunt; toer hoogstandje; kunststuk; stunt; wapenfeit
recorrido dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje baan; parcours; rondtocht
saber handigheid; kneep; kunst; toer; truc kunde; kundigheid
todo un logro krachttoer; prestatie; stunt; toer
truco handigheid; kneep; kunst; toer; truc behendigheid; foef; foefje; gemene streek; goochelkunstje; goocheltruc; handigheid; kneep; kneepje; kunst; kunstgreep; kunstje; list; maniertje; manoeuvre; truc; trucage; valsheid; vuile truc
viaje expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht dagtocht; excursie; reis; tochtje; toertje; trip; uitje; uitstapje
vuelta draaicirkel; toer achterkant; achterstel; achterzijde; bocht; cirkel; dagtocht; draai; excursie; inversie; keer; keerpunt; keerzijde; kering; kleingeld; kring; kromming; kronkel; leuning; omdraaiing; omkering; omkering van de woordvolgorde; ommedraai; ommekeer; omwenteling; onaangename zijde; rentree; revolutie; ronding; rondje; rondtocht; rondwandeling; rug; rugleuning; rugstuk; rugzijde; terugkomst; terugrit; terugtocht; terugweg; thuiskomst; totale verandering; uitstapje; wending; wisselgeld; zwenking
VerbRelated TranslationsOther Translations
patrullar bewaken; surveilleren; toezicht houden; toezien
saber gunnen; iets toekennen; in staat zijn; kennen; kunnen; ondervragen; op de hoogte zijn; overhoren; toebedelen; toekennen; toewijzen; uithoren; uitvragen; verhoren; vermogen; weten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
recorrido afgereisd; bereisd

Related Words for "toer":


Wiktionary Translations for toer:


Cross Translation:
FromToVia
toer acrobacia; acrobatismo acrobatieexercice d’acrobate.
toer línea ligne — Traductions à trier suivant le sens
toer excursión randonnée — Longue promenade, excursion... (Sens général).