Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. stunt:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stunt from Dutch to Spanish

stunt:

stunt [de ~ (m)] nomen

  1. de stunt (prestatie; toer; krachttoer)
    la hazaña; el todo un logro; la proeza
  2. de stunt (hoogstandje; kunststuk)
    la hazaña; la proeza; la acrobacia; la obra maestra

Translation Matrix for stunt:

NounRelated TranslationsOther Translations
acrobacia hoogstandje; kunststuk; stunt
hazaña hoogstandje; krachttoer; kunststuk; prestatie; stunt; toer bravourestuk; bravourstuk; dapperheid; heldendaad; heroïsche verrichting; koenheid; moed; moedige daad; onbesuisdheid; onversaagdheid; overmoed; recordprestatie; roekeloosheid; topprestatie; vermetelheid; waaghalzerij; wapenfeit
obra maestra hoogstandje; kunststuk; stunt opvallende prestatie; topprestatie
proeza hoogstandje; krachttoer; kunststuk; prestatie; stunt; toer wapenfeit
todo un logro krachttoer; prestatie; stunt; toer

Related Words for "stunt":

  • stuntten, stunten, stunts

Wiktionary Translations for stunt:


Cross Translation:
FromToVia
stunt acrobacia; acrobatismo acrobatieexercice d’acrobate.