Dutch

Detailed Translations for schim from Dutch to Spanish

schim:

schim [de ~] nomen

  1. de schim (geestverschijning; geest; verschijning; spookverschijning; spook)
    el fantasma; el duende; la visión; la aparición; la comparecencia; el espectro; el espantajo
  2. de schim (gedaante)
    el tamaño; la sombra; la estatura; la visión; el forma; la aparición; el fantasma; la impresión; la figura; la silueta

Translation Matrix for schim:

NounRelated TranslationsOther Translations
aparición gedaante; geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning aantal gekomen personen; aanzien; afkondiging; bekendmaking; exterieur; figuur; gedaante; gestalte; openbaarmaking; openbare publicatie; opkomst; postuur; proclamatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte; verschijnen; verschijning; verschijningsvorm; visioen; vorm
comparecencia geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning afkondiging; bekendmaking; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie
duende geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning
espantajo geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning
espectro geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning droombeeld; gamma; hersenschim; illusie; scala; schrikbeeld; spectrum; spookbeeld; waaier
estatura gedaante; schim bouwsel; bouwwerk; deel; figuur; fractie; gebouw; gedaante; gedeelte; gestalte; groot en dik stuk; homp; hoogte; lichaamslengte; lichaamspostuur; pand; part; postuur; stuk; vorm
fantasma gedaante; geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning droombeeld; fantoom; hallucinatie; hersenschim; illusie; rondwarende schaduwen; schaduwen; schijnbeeld; schimmen; schrikbeeld; spook; spookbeeld; spookgestalte; spookverschijning; zinsbegoocheling
figura gedaante; schim aangezicht; aanzien; buitenkant; figuur; gedaante; gelaat; gestalte; iemand; individu; lichaamslijn; mens; mensenkind; persoon; postuur; silhouet; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; wezen
forma gedaante; schim afgieting; afgietsel; conditie; etiquette; figuur; gedaante; gedragslijn; gestalte; gietsel; handelwijze; herleidingskoers; in vorm zijn; inkleding; koers; lichaamslijn; manier; methode; moedervorm; pasvorm; postuur; procedure; silhouet; trant; valuta; vorm; wijs; wijze; wijze van voorstellen; wisselkoers
impresión gedaante; schim advertentieaanvraag; afdruksel; algehele indruk; gevoel; gewaarwording; impressie; indruk; instinct; intuïtie; sensatie; stereotype; totale indruk
silueta gedaante; schim figuur; gedaante; gestalte; postuur; vorm
sombra gedaante; schim donkere tint; flinter; floers; klein beetje; lommer; schaduw; schaduwbeeld; schaduwzijde; schijntje; silhouet; snufje; vleugje; waas; zweem; zweempje
tamaño gedaante; schim aanzien; afmeting; band; boekdeel; capaciteit; deel; dimensie; exterieur; formaat; geluidsniveau; grootte; inhoudsruimte; maat; mate; omvang; volume
visión gedaante; geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning benadering; benaderingswijze; beschouwing; denkbeeld; droomgezicht; fata morgana; gezichtsbedrog; gezichtsbeeld; gezichtspunt; gezichtsvermogen; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; lezing; luchtspiegeling; mening; oordeel; openbare publicatie; opinie; optiek; opvatting; publicatie; publikatie; standpunt; uitgave; uitgifte; visie; zienswijze
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
forma shape

Related Words for "schim":


Wiktionary Translations for schim:


Cross Translation:
FromToVia
schim espíritu; aparecido; aparición; sombra; espectro; fantasma; alma ghost — spirit appearing after death
schim sombra ombreobscurité relatif que cause un corps opaque en intercepter la lumière.