Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. samenzijn:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for samenzijn from Dutch to Spanish

samenzijn:

samenzijn [het ~] nomen

  1. het samenzijn
    el estar juntos; la reunión

Translation Matrix for samenzijn:

NounRelated TranslationsOther Translations
estar juntos samenzijn bijeenzijn
reunión samenzijn Webvergadering; bijeenkomst; bond; broederschap; congres; genootschap; hereniging; manifestatie; reunie; samenkomst; sociëteit; soos; vereniging; vergadering; weerzien; zitting

Wiktionary Translations for samenzijn:


Cross Translation:
FromToVia
samenzijn vida en pareja Zweisamkeit — meist harmonisches, oft romantisches Zusammensein von zwei Personen, ohne störende andere Personen; im übertragenen Sinn auch für andere Lebewesen oder Organisationen