Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. premisse:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for premisse from Dutch to Spanish

premisse:

premisse [de ~ (v)] nomen

  1. de premisse (vooronderstelling)
    la presuposición
  2. de premisse (voorwaarde)
    la condición; la premisa

Translation Matrix for premisse:

NounRelated TranslationsOther Translations
condición premisse; voorwaarde beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; geestesgesteldheid; geestestoestand; kriterium; psychische toestand; restrictie; staat; toestand; vereiste; voorbehoud; voorwaarde; vorm
premisa premisse; voorwaarde basis; beginsel; fundament; grond; grondgedachte; grondslag; grondstelling; principe; uitgangspunt; vertrekpunt
presuposición premisse; vooronderstelling aanname; postulaat; stelling; these; thesis; veronderstellen; vooronderstelling

Related Words for "premisse":

  • premissen

Wiktionary Translations for premisse:

premisse
noun
  1. het voorafgaande, de voorafgaande stelling