Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. opwinding:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opwinding from Dutch to Spanish

opwinding:

opwinding [de ~ (v)] nomen

  1. de opwinding (seksuele geprikkeldheid; opgewondenheid)
    la excitación; la calentura

Translation Matrix for opwinding:

NounRelated TranslationsOther Translations
calentura opgewondenheid; opwinding; seksuele geprikkeldheid geilheid; hitsigheid; koortsachtigheid; lust; opgewondenheid; zin
excitación opgewondenheid; opwinding; seksuele geprikkeldheid geilheid; hitsigheid; lust; onrustigheid; opgewondenheid; prikkeling; sensatie; zin; zintuiglijke gewaarwording

Wiktionary Translations for opwinding:


Cross Translation:
FromToVia
opwinding agitación; desasosiego agitation — Act of agitating
opwinding preocupación; duda trepidation — a fearful state