Dutch

Detailed Translations for nonchalance from Dutch to Spanish

nonchalance:

nonchalance [de ~] nomen

  1. de nonchalance (achteloosheid)
    la negligencia; la incuria; el descuido; la indiferencia; la distracción; el desapego; el despego; el desinterés; la falta de atención

Translation Matrix for nonchalance:

NounRelated TranslationsOther Translations
desapego achteloosheid; nonchalance
descuido achteloosheid; nonchalance nalatigheid; onachtzaamheid; onbezorgdheid; slordigheid; veronachtzaming; verwaarlozing; verzaking; verzuim; wanordelijkheid; zorgeloosheid
desinterés achteloosheid; nonchalance afgestomptheid; belangeloosheid; desinteresse; gebrek aan interesse; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; onbaatzuchtigheid; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid; onzelfzuchtigheid
despego achteloosheid; nonchalance desinteresse; gebrek aan interesse
distracción achteloosheid; nonchalance afleiding; afleidingsmanoeuvre; afwezigheid; amusement; amuseren; distractie; gedachteloos zijn; gedachteloosheid; gesuf; onaandachtigheid; onnadenkendheid; onoplettendheid; speelkwartier; suffen; vermaak; vermakelijkheid; vermaken; verpozing; verstrooidheid; verstrooiing; vertier; verzet; verzetje
falta de atención achteloosheid; nonchalance onaandachtigheid; onoplettendheid
incuria achteloosheid; nonchalance slordigheid; wanordelijkheid
indiferencia achteloosheid; nonchalance afgestomptheid; desinteresse; gebrek aan interesse; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; kilheid; kilte; ongevoeligheid; ongezelligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid
negligencia achteloosheid; nonchalance nalatigheid; veronachtzaming; verwaarlozing; verzaking; verzuim