Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. mars:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mars from Dutch to Spanish

mars:

mars [de ~] nomen

  1. de mars (reis; expeditie; trektocht; )
    el viaje; el pasaje; la excursión

Translation Matrix for mars:

NounRelated TranslationsOther Translations
excursión expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht dagreis; dagtocht; excursie; gang; reis; rit; ronde; tocht; tochtje; toer; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje
pasaje expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht corridor; doorgang; doorloop; gang; gangpad; overtocht; overvaart; pasje; passage; passus; zeereis
viaje expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht dagtocht; excursie; reis; tochtje; toertje; trip; uitje; uitstapje

Related Words for "mars":

  • marsen

Wiktionary Translations for mars:


Cross Translation:
FromToVia
mars marcha march — formal, rhythmic way of walking
mars manifestación; marcha march — political rally or parade
mars marcha march — song in the genre of music written for marching