Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. lik:
  2. likken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lik from Dutch to Spanish

lik:

lik [de ~ (m)] nomen

  1. de lik (strafgevangenis; gevangenis; doos; )
    la prisión; la cárcel; el penal
  2. de lik (klodder; kwak; kledder)
    la mancha; la gota; el borrón

Translation Matrix for lik:

NounRelated TranslationsOther Translations
borrón kledder; klodder; kwak; lik inktmop; inktvlek; kladschrift; klont; klonter; schar
cárcel bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats bak; huis van bewaring; kattenbak; poezenbak; strafplaats; tuchthuis
gota kledder; klodder; kwak; lik drop; druppel; flinter; floers; jicht; scheutje; schijntje; snufje; vleugje; waas; zweem
mancha kledder; klodder; kwak; lik blaam; buurtschap; gat; gehucht; harde slag; klap; klont; klonter; moesje; nop; schar; smet; spat; spatje; spatter; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje; zwabber
penal bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats huis van bewaring; strafplaats; tuchthuis
prisión bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats bak; boete; celstraf; detentie; gevangenhouding; gevangenisstraf; gevangenname; gevangenschap; hechtenis; huis van bewaring; inhechtenisneming; internering; inverzekeringstelling; kattenbak; opgesloten zijn; opsluiting; poezenbak; straf; strafplaats; tuchthuis; vrijheidsberoving
OtherRelated TranslationsOther Translations
lengüetada lik; tongveeg

Related Words for "lik":


Wiktionary Translations for lik:


Cross Translation:
FromToVia
lik lamedura lick — the act of licking

likken:

likken verb (lik, likt, likte, likten, gelikt)

  1. likken (aflikken)
    lamer

Conjugations for likken:

o.t.t.
  1. lik
  2. likt
  3. likt
  4. likken
  5. likken
  6. likken
o.v.t.
  1. likte
  2. likte
  3. likte
  4. likten
  5. likten
  6. likten
v.t.t.
  1. heb gelikt
  2. hebt gelikt
  3. heeft gelikt
  4. hebben gelikt
  5. hebben gelikt
  6. hebben gelikt
v.v.t.
  1. had gelikt
  2. had gelikt
  3. had gelikt
  4. hadden gelikt
  5. hadden gelikt
  6. hadden gelikt
o.t.t.t.
  1. zal likken
  2. zult likken
  3. zal likken
  4. zullen likken
  5. zullen likken
  6. zullen likken
o.v.t.t.
  1. zou likken
  2. zou likken
  3. zou likken
  4. zouden likken
  5. zouden likken
  6. zouden likken
en verder
  1. ben gelikt
  2. bent gelikt
  3. is gelikt
  4. zijn gelikt
  5. zijn gelikt
  6. zijn gelikt
diversen
  1. lik!
  2. likt!
  3. gelikt
  4. likkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

likken [het ~] nomen

  1. het likken (aflikken)
    la lamedura; el lamido

likken [de ~] nomen, plural

  1. de likken (gevangenissen; bakken; norren)
    la prisiones

Translation Matrix for likken:

NounRelated TranslationsOther Translations
lamedura aflikken; likken gelik
lamido aflikken; likken gelik
prisiones bakken; gevangenissen; likken; norren
VerbRelated TranslationsOther Translations
lamer aflikken; likken leeglikken; uitlikken

Related Words for "likken":


Wiktionary Translations for likken:

likken
verb
  1. met de tong aanraken

Cross Translation:
FromToVia
likken lamer; lamber lick — to stroke with a tongue
likken lamer lécherpasser la langue sur quelque chose.