Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. levensvatbaarheid:
  2. levensvatbaar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for levensvatbaarheid from Dutch to Spanish

levensvatbaarheid:

levensvatbaarheid [de ~ (v)] nomen

  1. de levensvatbaarheid (groeikracht)
    la viabilidad; la vitalidad; la fuerza vital; la fuerza vegetativa

Translation Matrix for levensvatbaarheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
fuerza vegetativa groeikracht; levensvatbaarheid
fuerza vital groeikracht; levensvatbaarheid levenskracht; vitaliteit
viabilidad groeikracht; levensvatbaarheid uitvoerbaarheid
vitalidad groeikracht; levensvatbaarheid dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; krachtdadigheid; levenskracht; levensmoed; macht; sterkte; vermogen; vitaliteit

Related Words for "levensvatbaarheid":


levensvatbaarheid form of levensvatbaar:

levensvatbaar adj

  1. levensvatbaar

Translation Matrix for levensvatbaar:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
enérgico levensvatbaar actief; beweeglijk; daadkrachtig; dapper; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; flink; fysiek sterk; geanimeerd; gespierd; heftig; intens; intensief; krachtdadig; krachtig; levendig; levenskrachtig; met een krachtige uitwerking; moedig; moreel sterk; onbeheerst; onstuimig; sterk; stevig; vief; vitaal; vol fut
ModifierRelated TranslationsOther Translations
viable levensvatbaar bestaanbaar; bruikbare; denkbaar; doenlijk; mogelijk; uitvoerbaar; voorstelbaar

Related Words for "levensvatbaar":


Wiktionary Translations for levensvatbaar:


Cross Translation:
FromToVia
levensvatbaar viable viable — able to live on its own