Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. kwantiteit:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kwantiteit from Dutch to Spanish

kwantiteit:

kwantiteit [de ~ (v)] nomen

  1. de kwantiteit (aantal; hoeveelheid)
    la cantidad; el número; el monte; la cifra; la dosis
  2. de kwantiteit (mate)
    la medida; la cantidad

Translation Matrix for kwantiteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
cantidad aantal; hoeveelheid; kwantiteit; mate bedrag; drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; somma; troep
cifra aantal; hoeveelheid; kwantiteit cijfer; coderen; codering; getal; rangnummer
dosis aantal; hoeveelheid; kwantiteit doses; dosis; dosissen; portie
medida kwantiteit; mate afkondiging; afmeting; decreet; dimensie; formaat; graad; gradatie; grootte; maat; maateenheid; maatregel; mate; omvang; schikking; uitvaardiging; voorziening
monte aantal; hoeveelheid; kwantiteit bos
número aantal; hoeveelheid; kwantiteit cijfer; getal; numero; nummer; nummerweergave; rangnummer; schoolcijfer

Related Words for "kwantiteit":

  • kwantiteiten

Wiktionary Translations for kwantiteit:

kwantiteit
noun
  1. hoeveelheid, grootte

Cross Translation:
FromToVia
kwantiteit cantidad quantity — fundamental, generic term used when referring to the measurement
kwantiteit cantidad quantité — Tout ce qui peut être mesurer ou nombré, de tout ce qui est susceptible d’accroissement ou de diminution.