Dutch

Detailed Translations for gedekt from Dutch to Spanish

gedekt:

gedekt adj

  1. gedekt (gecovered; gezekerd)

Translation Matrix for gedekt:

NounRelated TranslationsOther Translations
cubierto briefomslag; couvert; envelop; maaltijdgang
ModifierRelated TranslationsOther Translations
asegurado gecovered; gedekt; gezekerd
cubierto gecovered; gedekt; gezekerd afgedekt; bedekt; bekleed; gesluierd; gestoffeerd; ingedekt; omfloerst; overdekt; overkapt

gedekt form of dekken:

dekken [het ~] nomen

  1. het dekken (dakdekken)
    la seguridad; la protección; el abrigo contra

dekken verb (dek, dekt, dekte, dekten, gedekt)

  1. dekken (overkappen; overwelven)

Conjugations for dekken:

o.t.t.
  1. dek
  2. dekt
  3. dekt
  4. dekken
  5. dekken
  6. dekken
o.v.t.
  1. dekte
  2. dekte
  3. dekte
  4. dekten
  5. dekten
  6. dekten
v.t.t.
  1. heb gedekt
  2. hebt gedekt
  3. heeft gedekt
  4. hebben gedekt
  5. hebben gedekt
  6. hebben gedekt
v.v.t.
  1. had gedekt
  2. had gedekt
  3. had gedekt
  4. hadden gedekt
  5. hadden gedekt
  6. hadden gedekt
o.t.t.t.
  1. zal dekken
  2. zult dekken
  3. zal dekken
  4. zullen dekken
  5. zullen dekken
  6. zullen dekken
o.v.t.t.
  1. zou dekken
  2. zou dekken
  3. zou dekken
  4. zouden dekken
  5. zouden dekken
  6. zouden dekken
en verder
  1. ben gedekt
  2. bent gedekt
  3. is gedekt
  4. zijn gedekt
  5. zijn gedekt
  6. zijn gedekt
diversen
  1. dek!
  2. dekt!
  3. gedekt
  4. dekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dekken:

NounRelated TranslationsOther Translations
abrigo contra dakdekken; dekken bescherming; geborgenheid; protectie
cubrir bedekken; beslaan; indekken
protección dakdekken; dekken afdekken; afschermen; behartiging; belangenbehartiging; beschermen; bescherming; beschutsel; beschutting; beveiliging; geborgenheid; protectie; veiligheid
seguridad dakdekken; dekken bescherming; beschutting; betrouwbaarheid; beveiliging; degelijkheid; deugdelijkheid; geborgenheid; gewisheid; juistheid; nauwlettendheid; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; preciesheid; protectie; soliditeit; stelligheid; stevigheid; stiptheid; vastheid; vastigheid; veiligheid; zekerheid; zekerheidstelling
VerbRelated TranslationsOther Translations
abovedar dekken; overkappen; overwelven
cubrir dekken; overkappen; overwelven afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; blinderen; dichtgooien; draperen; gladstrijken; hullen; inhullen; insluiten; maskeren; met stof behangen; omhullen; omvatten; overdekken; overheen trekken; overtrekken; stofferen; strijken; toestoppen; toevoegen; van bekleding voorzien; verhullen; versluieren
poner un techo dekken; overkappen; overwelven
recubrir dekken; overkappen; overwelven bedekken; bekleden; calqueren; met pen overtekenen; overdekken; overtrekken
techar dekken; overkappen; overwelven
OtherRelated TranslationsOther Translations
cubrir bedekken; met iets bestrijken

Related Words for "dekken":


Synonyms for "dekken":


Related Definitions for "dekken":

  1. een jong maken1
    • de bok dekt de geit1
  2. er iets overheen doen1
    • hij dekt het dak met teer1
  3. hem beschermen1
    • ik zal je wel dekken als ze moeilijk doen1
  4. betalen wat het kost1
    • dekt de verzekering deze schade?1

Wiktionary Translations for dekken:


Cross Translation:
FromToVia
dekken esconder; ocultar; abrigar; cubrir cover — to conceal or protect
dekken apuntar; proteger cover — protect by shooting
dekken cubrir cover — provide enough money for
dekken cubrir cover — copulate
dekken poner set — to arrange with dishes and cutlery
dekken forrar; recubrir; revestir; enfundar; cubrir; tapar recouvrir — Couvrir de nouveau. (Sens général)