Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. degens:
  2. degen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for degens from Dutch to Spanish

degens:

degens [de ~] nomen, plural

  1. de degens
    el sables; la espadas; la orzas

Translation Matrix for degens:

NounRelated TranslationsOther Translations
espadas degens brede degens; sabels; schoppen; schoppenmotief; zwaarden
orzas degens sabels; scheepszwaarden; zwaarden
sables degens sabels

Related Words for "degens":


degen:

degen [de ~ (m)] nomen, plural

  1. de degen
    la llana; la cuchilla; la espada; el palustre; la hoja; el sable; la orza

Translation Matrix for degen:

NounRelated TranslationsOther Translations
cuchilla degen brede degen; drom; horde; kudde; massa; schaar; schare; troep; zwaard
espada degen brede degen; lange puntige degen; rapier; zwaard; zwaard wapenkunde
hoja degen blaadje; blad; blad van een roeispaan; bladknooppunt; boomblad; klein boomblad; kling; kling van een zwaard; lamel; lemmet; vel; werkblad
llana degen
orza degen kielzwaard; zwaard wapenkunde
palustre degen
sable degen brede degen; sabel; slagwapen; slagzwaarden; zwaard

Related Words for "degen":


Wiktionary Translations for degen:


Cross Translation:
FromToVia
degen espada epee — A fencing sword
degen espada épée — Arme

Related Translations for degens