Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. conjunctuur:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for conjunctuur from Dutch to Spanish

conjunctuur:

conjunctuur [de ~ (v)] nomen

  1. de conjunctuur
    la coyuntura

Translation Matrix for conjunctuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
coyuntura conjunctuur gewricht; verbinding van beenderen

Related Words for "conjunctuur":

  • conjuncturen

Wiktionary Translations for conjunctuur:

conjunctuur
noun
  1. de verandering van het groeipercentage van de economie of de productie op de korte termijn