Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bases:
  2. base:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bases from Dutch to Spanish

bases:

bases [de ~] nomen, plural

  1. de bases (uitgangspunten; vertrekpunten; redenen)
  2. de bases (grondslagen; fundamenten)
    el fundamentos; el bases

Translation Matrix for bases:

NounRelated TranslationsOther Translations
bases bases; fundamenten; grondslagen aanleidingen; ondergronden; oorzaken; redenen
fundamentos bases; fundamenten; grondslagen fundamenten; grondvlak; onderbouwsels; onderstuk; steunpunt; steunstation
puntos de partida bases; redenen; uitgangspunten; vertrekpunten aanleidingen; oorzaken; redenen

Related Words for "bases":


base:

base [de ~ (v)] nomen

  1. de base
    el base

Translation Matrix for base:

NounRelated TranslationsOther Translations
base base achterban; akker; basis; basisbeginsel; basislijn; beginsel; bouwland; eerste laag verf; fundament; fundering; grond; grondbeginsel; grondbegrip; grondgedachte; grondlaag; grondlijn; grondmuur; grondregel; grondslag; grondstelling; grondverf; grondvlak; hoeksteen; honk; ondergrond; onderlaag; onderstuk; principe; startpunt; steunpunt; steunstation; thuisbasis; uitgangspunt; uitgangsvorm; veld; veronderstelling; vertrekpunt; woonplaats
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
base houder

Related Words for "base":


Wiktionary Translations for base:

base
noun
  1. een stof die een of meer hydroxylgroepen bevat en in een waterige oplossing OH-ionen afsplitst
  2. een ion of molecuul dat de neiging heeft een proton op te nemen

Cross Translation:
FromToVia
base base base — chemical compound that will neutralize an acid