Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. belhamel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for belhamel from Dutch to Spanish

belhamel:

belhamel [de ~ (m)] nomen

  1. de belhamel (raddraaier; raddraaister)
    el instigador; el gamberro; el causante; el agitador; el alborotador; la agitadora

Translation Matrix for belhamel:

NounRelated TranslationsOther Translations
agitador belhamel; raddraaier; raddraaister agitator; druktemaker; herrieschopper; intrigant; onruststoker; opruier; opstandeling; opstoker; provocateur; rebel; stokebrand; stoker; zenuwlijder
agitadora belhamel; raddraaier; raddraaister
alborotador belhamel; raddraaier; raddraaister bluffer; dikdoener; dikdoeners; druktemaker; herrieschopper; hol vat; leeg vat; levenmaker; onruststoker; opschepper; opscheppers; opsnijder; opstandeling; pocher; praatjesmakers; provocateur; rebel; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen; zenuwlijder
causante belhamel; raddraaier; raddraaister aanstichter; aanzetter; instigator; opstoker
gamberro belhamel; raddraaier; raddraaister bandiet; boosdoener; booswicht; brutale kerel; druktemaker; herrieschopper; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; nozem; onverlaat; oproerkraaier; proleet; rekel; rotjoch; rouwdouwer; rustverstoorder; ruw iemand; schoffie; schoftje; slechtaard; snoodaard; stokebrand; stouterd; straatschender; vlegel; vlerk; zenuwlijder
instigador belhamel; raddraaier; raddraaister aanstichter; aanzetter; grondlegger; grondvester; initiatiefnemer; instigator; oprichter; oprichtster; opstoker; provocateur; stamvader; stichter; veroorzaker

Related Words for "belhamel":

  • belhamels

Wiktionary Translations for belhamel:

belhamel
noun
  1. een gecastreerd mannelijk schaap dat met een bel om zijn nek vaak de kudde leidt
  2. een scheldwoord dat (vooral vroeger) gebruikt werd voor kinderen die kattenkwaad uithaalden