Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wisselspeler:


Dutch

Detailed Translations for wisselspeler from Dutch to English

wisselspeler:

wisselspeler [de ~ (m)] nomen

  1. de wisselspeler (wissel; invaller)
    the substitute; the replacement; the sub
    the switch
    – an event in which one thing is substituted for another 1

Translation Matrix for wisselspeler:

NounRelated TranslationsOther Translations
replacement invaller; wissel; wisselspeler herplaatsing; herstelling; hulpkracht; invaller; noodhulp; omwisseling; plaatsvervanger; plaatsvervanging; representant; substitutie; surrogaat; verruiling; vertegenwoordiger; vervanging; verwisseling
sub invaller; wissel; wisselspeler
substitute invaller; wissel; wisselspeler herstelling; hulpkracht; invaller; invalster; noodhulp; omwisseling; plaatsvervanger; remplaçant; representant; reservist; substitutie; substituut; surrogaat; verruiling; vertegenwoordiger; vervangend middel; vervangend product; vervanger; vervanging; vervangingsmiddel; verwisseling
switch invaller; wissel; wisselspeler knop; lichtknop; omruil; omschakelaar; omwisselen; omwisseling; schakelaar; schakelknop; schakeloptie; spoorwegwissel; stroomwisselaar; switch; verruiling; verwisseling; wissel; wisselaar
VerbRelated TranslationsOther Translations
substitute aflossen; invallen; invallen voor iemand; remplaceren; vernieuwen; vervangen; verwisselen
switch afwisselen; herzien; inwisselen; naar een andere versnelling overgaan; omruilen; omwisselen; ruilen; schakelen; veranderen; verruilen; verwisselen; wijzigen; wisselen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
substitute loco-; plaatsvervangend; waarnemend

Related Words for "wisselspeler":

  • wisselspelers