Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verscheidene:
  2. verscheiden:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for verscheidene:
    • miscellaneous


Dutch

Detailed Translations for verscheidene from Dutch to English

verscheidene:


Translation Matrix for verscheidene:

NounRelated TranslationsOther Translations
manifold spruitstuk
multiple veelvoud
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
manifold menige; menigerlei; veelvoudig; velerlei; verscheidene uiteenlopende; veelsoortig
multifarious gevariëerde; menige; menigerlei; veelvoudig; velerlei; verscheidene; verschillende veelsoortig
multiple menige; menigerlei; veelvoudig; velerlei; verscheidene veelsoortig
several ettelijke; meerdere; verscheidene; verschillende ettelijk; verscheiden
sundry gevariëerde; verscheidene; verschillende
various gevariëerde; menige; menigerlei; veelvoudig; velerlei; verscheidene; verschillende divers; ettelijk; onderscheiden; ongelijksoortig; uiteenlopend; verscheiden; verschillend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
all kinds of gevariëerde; verscheidene; verschillende allerhande; allerlei; velerhande
of many kinds gevariëerde; verscheidene; verschillende

Related Words for "verscheidene":


Synonyms for "verscheidene":


Related Definitions for "verscheidene":

  1. tamelijk grote hoeveelheid1
    • ik heb verscheidene mensen gesproken1

Wiktionary Translations for verscheidene:

verscheidene
pronoun
  1. meer dan één, maar niet veel
verscheidene
en-det
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
verscheidene several; some plusieurs — Un certain nombre, un nombre indéfini supérieur à un et le plus souvent à deux.

verscheidene form of verscheiden:

verscheiden adj

  1. verscheiden (ettelijk)

verscheiden [het ~] nomen

  1. het verscheiden (overlijden; dood)
    the death; the decease

verscheiden verb (verscheid, verscheidt, verscheidde, verscheidden, verscheiden)

  1. verscheiden (overlijden; sterven; doodgaan; )
    to die; to pass away; to expire
    • die verb (dies, died, dying)
    • pass away verb (passes away, passed away, passing away)
    • expire verb (expires, expired, expiring)

Conjugations for verscheiden:

o.t.t.
  1. verscheid
  2. verscheidt
  3. verscheidt
  4. verscheiden
  5. verscheiden
  6. verscheiden
o.v.t.
  1. verscheidde
  2. verscheidde
  3. verscheidde
  4. verscheidden
  5. verscheidden
  6. verscheidden
v.t.t.
  1. ben verscheiden
  2. bent verscheiden
  3. is verscheiden
  4. zijn verscheiden
  5. zijn verscheiden
  6. zijn verscheiden
v.v.t.
  1. was verscheiden
  2. was verscheiden
  3. was verscheiden
  4. waren verscheiden
  5. waren verscheiden
  6. waren verscheiden
o.t.t.t.
  1. zal verscheiden
  2. zult verscheiden
  3. zal verscheiden
  4. zullen verscheiden
  5. zullen verscheiden
  6. zullen verscheiden
o.v.t.t.
  1. zou verscheiden
  2. zou verscheiden
  3. zou verscheiden
  4. zouden verscheiden
  5. zouden verscheiden
  6. zouden verscheiden
diversen
  1. verscheid!
  2. verscheidt!
  3. verscheiden
  4. verscheidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verscheiden:

NounRelated TranslationsOther Translations
death dood; overlijden; verscheiden dood; sterfgeval; sterfte
decease dood; overlijden; verscheiden
die creperen; gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
VerbRelated TranslationsOther Translations
decease doodgaan; kapotgaan; omkomen; overlijden; sterven
die doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden bezwijken; breken; creperen; doodgaan; heengaan; hongeren; hongerlijden; in de oorlog omkomen; inslapen; kapot gaan; kapotgaan; omkomen; overlijden; sneuvelen; stempel zetten; stempelen; sterven; stuk gaan; vallen; verhongeren; verrekken; versterven; wegvallen; zieltogen
expire doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden aflopen; ongeldig worden; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voorbijgaan
pass away doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; kapotgaan; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
divers ettelijk; verscheiden
diverse ettelijk; verscheiden divers; onderscheiden; ongelijksoortig; uiteenlopend; verschillend
several ettelijk; verscheiden ettelijke; meerdere; verscheidene; verschillende
various ettelijk; verscheiden divers; gevariëerde; menige; menigerlei; onderscheiden; ongelijksoortig; uiteenlopend; veelvoudig; velerlei; verscheidene; verschillend; verschillende
OtherRelated TranslationsOther Translations
die dobbelsteen

Related Words for "verscheiden":


Wiktionary Translations for verscheiden:

verscheiden
verb
  1. (ergatief) overlijden, doodgaan
verscheiden
adjective
  1. showing variety, diverse
  2. an eclectic range of

Cross Translation:
FromToVia
verscheiden decease; die; expire; pass away; march off; retreat; withdraw; disappear décéder — admin|fr mourir, parler des personnes.
verscheiden death mort — arrêt de la vie
verscheiden die; expire; pass away mourir — Cesser de vivre.