Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. loot:
  2. loten:


Dutch

Detailed Translations for loot from Dutch to English

loot:

loot [de ~] nomen

  1. de loot (twijg; takje)
    the twig
    – a small branch or division of a branch (especially a terminal division); usually applied to branches of the current or preceding year 1
    • twig [the ~] nomen
    the branch; the sprig; the stick; the scion; the limb; the offspring; the progeny; the shoot; the spray
  2. de loot (stekje; spruit; scheut)
    the sprout; the shoot; the cutting

Translation Matrix for loot:

NounRelated TranslationsOther Translations
branch loot; takje; twijg afdeling; agentschap; bedrijfstak; beroepsgroep; bijkantoor; boomtak; branche; branche-element; deelsoort; departement; detachement; economische sector; ent; filiaal; hulpkantoor; sectie; tak; vakgroep; vertakking; voorwaardelijke branche; zijtak
cutting loot; scheut; spruit; stekje couperen; gesnij; jonge plant; knipsel; plantestekje; scheut; schoot; snijding; spruit; stek; uitknipsel
limb loot; takje; twijg been; deelsoort; ledemaat; lichaamsdeel; lidmaat; tak
offspring loot; takje; twijg afstammeling; broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomeling; nakomelingen; telg; telgen
progeny loot; takje; twijg broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen
scion loot; takje; twijg
shoot loot; scheut; spruit; stekje; takje; twijg afknallen; jaagpartij; jacht; jachtpartij; jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; wildjacht
spray loot; takje; twijg spray; sproeimiddel
sprig loot; takje; twijg boomtak; deelsoort; ent; jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; tak
sprout loot; scheut; spruit; stekje bloesem; jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek
stick loot; takje; twijg baton; hakhout; hockeystick; knoet; knuppel; phylum; pook; schacht; slaghout; staaf; staf; stam; stang; stok; versnellingshandel
twig loot; takje; twijg deelsoort; tak
VerbRelated TranslationsOther Translations
branch aftakken; uitvoeren als vertakking; vertakken; vertakking
shoot afschieten; afvuren; filmen; neerschieten; schieten; schieten op; schoten lossen; verfilmen; vuren
spray bespatten; bespetteren
sprout afkomstig zijn; afstammen; kiemen; omhoog schieten; ontkiemen; ontspruiten; opschieten; spruiten; stammen; uit de grond schieten; uit de kiem te voorschijn komen; voortkomen
stick aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; blijven hangen; blijven steken; graaien; grijpen; grissen; haperen; iets vastkleven; jatten; kleven; klitten; lijmen; omhoogzitten; op hetzelfde niveau blijven; pikken; plakken; samenplakken; snaaien; stagneren; stokken; vast blijven hangen; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastlopen; vastplakken; wegkapen
twig betrappen; snappen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
cutting bijtend; doordringend; fel; gemeen; hanig; op afgebeten toon; pinnig; scherp; schril; snibbig; snijdend; stekend; vinnig; vlijmend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
sprout ontkiemd

Related Words for "loot":

  • lootten, lootje, lootjes

loot form of loten:

loten verb (loot, lootte, lootten, geloot)

  1. loten (verloten)
    to raffle
    • raffle verb (raffles, raffled, raffling)

Conjugations for loten:

o.t.t.
  1. loot
  2. loot
  3. loot
  4. loten
  5. loten
  6. loten
o.v.t.
  1. lootte
  2. lootte
  3. lootte
  4. lootten
  5. lootten
  6. lootten
v.t.t.
  1. heb geloot
  2. hebt geloot
  3. heeft geloot
  4. hebben geloot
  5. hebben geloot
  6. hebben geloot
v.v.t.
  1. had geloot
  2. had geloot
  3. had geloot
  4. hadden geloot
  5. hadden geloot
  6. hadden geloot
o.t.t.t.
  1. zal loten
  2. zult loten
  3. zal loten
  4. zullen loten
  5. zullen loten
  6. zullen loten
o.v.t.t.
  1. zou loten
  2. zou loten
  3. zou loten
  4. zouden loten
  5. zouden loten
  6. zouden loten
diversen
  1. loot!
  2. loot!
  3. geloot
  4. lotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for loten:

NounRelated TranslationsOther Translations
raffle loterij; loting; uitloting; verloting
VerbRelated TranslationsOther Translations
raffle loten; verloten

Related Words for "loten":