Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kom:
  2. komen:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for kom:
    • bowel


Dutch

Detailed Translations for kom from Dutch to English

kom:

kom [de ~] nomen

  1. de kom (gewrichtskom; gewrichtsholte)
    the socket

Translation Matrix for kom:

NounRelated TranslationsOther Translations
socket gewrichtsholte; gewrichtskom; kom bassin; bekken; contactdoos; fitting; sleuf; socket; stopcontact; wandcontactdoos; waterbekken

Related Words for "kom":


Wiktionary Translations for kom:

kom
phrase
  1. hurry up
interjection
  1. expression of encouragement
noun
  1. container
  2. hollow in a bone

Cross Translation:
FromToVia
kom small dish; cup; porringer Napf — ein kleines Gefäß oder eine kleine Schüssel ohne Deckel
kom bowl SchüsselSchale für Lebensmittel
kom basin; bowl bassin — Traductions à trier suivant le sens
kom bowl; pelvis; basin; reservoir; pool bol — coupe hémisphérique
kom basin; bowl jatte — Espèce de vase rond, tout d'une pièce et sans rebord, de profondeur intermédiaire entre un grand bol et une écuelle. Généralement en terre cuite, en faïence ou en porcelaine, plus rarement en bois, elle est utilisée dans la confection de plusieurs mets comme les compotes ou les entremets, d
kom bowl écuellerécipient creux en métal, en bois ou en argile, qui sert à mettre du bouillon, du potage, de la nourriture.

kom form of komen:

komen [znw.] nomen

  1. komen (arriveren; aankomen)
    the coming; the arrival; the arriving

komen verb (kom, komt, kwam, kwamen, gekomen)

  1. komen
    to come; to come up
    – move toward, travel toward something or somebody or approach something or somebody 1
    • come verb (comes, came, coming)
      • He came singing down the road1
      • come down here!1
      • come out of the closet!1
      • come into the room1
    • come up verb (comes up, came up, coming up)

Conjugations for komen:

o.t.t.
  1. kom
  2. komt
  3. komt
  4. komen
  5. komen
  6. komen
o.v.t.
  1. kwam
  2. kwam
  3. kwam
  4. kwamen
  5. kwamen
  6. kwamen
v.t.t.
  1. ben gekomen
  2. bent gekomen
  3. is gekomen
  4. zijn gekomen
  5. zijn gekomen
  6. zijn gekomen
v.v.t.
  1. was gekomen
  2. was gekomen
  3. was gekomen
  4. waren gekomen
  5. waren gekomen
  6. waren gekomen
o.t.t.t.
  1. zal komen
  2. zult komen
  3. zal komen
  4. zullen komen
  5. zullen komen
  6. zullen komen
o.v.t.t.
  1. zou komen
  2. zou komen
  3. zou komen
  4. zouden komen
  5. zouden komen
  6. zouden komen
diversen
  1. kom!
  2. komt!
  3. gekomen
  4. komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for komen:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrival aankomen; arriveren; komen aankomst; binnenkomst; entree; intocht; intrede; komst; overkomst
arriving aankomen; arriveren; komen
coming aankomen; arriveren; komen aankomst; in aantocht; komst; nadering
VerbRelated TranslationsOther Translations
come komen eindigen op; ejaculeren; klaarkomen; uitkomen op
come up komen aanwassen; bovenkomen; kiemen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogkomen; omhoogstijgen; ontkiemen; rijzen; stijgen; uit de kiem te voorschijn komen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
coming aankomend; aanstaand; aanstaande; eerstvolgend; komend; toekomend; toekomstig; toekomstige

Related Words for "komen":


Antonyms for "komen":


Related Definitions for "komen":

  1. de plaats bereiken, er verschijnen2
    • vader komt thuis2
  2. eruit ontstaan2
    • er komt bloed uit de wond2

Wiktionary Translations for komen:

komen
verb
  1. bewegen van verder weg naar dichterbij
  2. een orgasme hebben
komen
verb
  1. slang: sperm
  2. slang: have an orgasm; ejaculate
  3. to have a relative position in a sequence
  4. to move from further away to nearer to
noun
  1. slang: sperm
adjective
  1. legally qualified

Cross Translation:
FromToVia
komen stand up se mettre debout — Prendre une position debout ; passer d’une position assise, allongée, accroupie etc. à une position debout.
komen come; happen venir — Traductions de venir