Dutch

Detailed Translations for hardheid from Dutch to English

hardheid:

hardheid [de ~ (v)] nomen

  1. de hardheid (kalkgehalte)
    the lime content

Translation Matrix for hardheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
lime content hardheid; kalkgehalte

Related Words for "hardheid":


Wiktionary Translations for hardheid:

hardheid
noun
  1. quality of being hard

Cross Translation:
FromToVia
hardheid bump; uneven; rough; harshness aspéritéqualité de ce qui est raboteux, inégal.
hardheid austerity; severity; rigour; rigor; sterness; harshness; strictness austéritérigueur des pratiques et des doctrines religieux, mortification des sens et de l’esprit.
hardheid abruptness; off-handedness; rudeness raideur — état de ce qui est raide

hard:


Translation Matrix for hard:

NounRelated TranslationsOther Translations
callous eelt; eeltlaag; eeltplek
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
blatant hard; luid; luid klinkend gewoonweg; klinkklaar; lawaaierig; luid; luidruchtig; opzichtig; protserig; puur; regelrecht; ronduit; rumoerig; schreeuwerig
callous hard; hardvochtig; onbarmhartig; ongenadig geen pijn voelend; gevoelloos; niet-voelend
cruel hard; hardvochtig; onbarmhartig; ongenadig barbaars; beestachtig; bloeddorstig; bruut; inhumaan; monsterlijk; onmenselijk; wreed
dispassionate emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos
emotionless emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos
harsh hard; hardhandig; hardvochtig; onbarmhartig; ongenadig; onzacht; ruw
heartless emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; onbarmhartig; ongenadig; ongevoelig; zielloos genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig
impassive emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos geen pijn voelend; gelaten; gevoelloos; koelbloedig; niet-voelend; onaandoenlijk; onbewogen; onverschillig; stoïcijns
indifferent emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig
insensitive emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos onbegaan; ongevoelig
merciless hard; hardvochtig; onbarmhartig; ongenadig genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig
pitiless hard; hardvochtig; onbarmhartig; ongenadig genadeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig
relentless hard; hardvochtig; onbarmhartig; ongenadig dwangmatig
ruthless hard; hardvochtig; onbarmhartig; ongenadig genadeloos; meedogeloos; meedogenloos; onbarmhartig; ongenadig; wreed
showy hard; luid; luid klinkend opzichtig; protserig; schreeuwerig; spectaculair
shrill hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend doordringend; hel; indringend; schel klinkend; scherp; scherpklinkend
soulless emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos
uncaring emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos
unfeeling emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos geen pijn voelend; gevoelloos; niet-voelend; onbehoorlijk; onfatsoenlijk; ongehoord; onpassend; onwelgevoegelijk
violent hard; hardhandig; onzacht; ruw aanrandend; agressief; erg; fel; gewelddadig; heftig; hevig; intens; intensief; krachtig; verwoed
- gauw; luid
AdverbRelated TranslationsOther Translations
aloud hard; hardop; luid; luid klinkend luid; luidkeels; uit volle borst
loudly hard; luid; luid klinkend luid; luidkeels; uit volle borst
lustily hard; luid; luid klinkend
openly hard; luid; luid klinkend cru; met open vizier; onbewimpeld; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openhartig; openlijk; rechttoe rechtaan; rondborstig; ronduit; ruiterlijk
out loud hard; hardop; luid luid; luidkeels; uit volle borst
very fast hard; keihard; met hoge snelheid zeer snel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
- snel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
as fast as a bullet hard; keihard; met hoge snelheid
at the top of one's voice hard; luid; luid klinkend
hard hard; hardhandig; hardvochtig; onbarmhartig; ongenadig; onzacht; ruw benard; benauwd; bikkelhard; ernstig; hachelijk; ijzerhard; kalkachtig; kalkhoudend; keihard; kritiek; kritisch; lastig; moeilijk; niet makkelijk; ongemakkelijk; penibel; problematisch; staalhard; steenhard; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
hard-handed hard; hardhandig; onzacht; ruw
hard-hearted emotieloos; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; liefdeloos; ongevoelig; zielloos
loud hard; luid; luid klinkend joelend; keihard; lawaaierig; luid; luidkeels; luidruchtig; oorverdovend; opschepperig; protsend; protserig; rumoerig; schreeuwend; schreeuwerig; uit volle borst
rough hard; hardhandig; onzacht; ruw bobbelig; geaccidenteerd; globaal; hobbelig; in grote lijnen; niet glad; oneffen; ongelijkmatig; ruige; ruw
stone-hard hard; keihard; met hoge snelheid bikkelhard; ijzerhard; keihard; staalhard; steenhard

Related Words for "hard":

  • hardheid, harder, hardere, hardst, hardste

Synonyms for "hard":


Antonyms for "hard":


Related Definitions for "hard":

  1. heel erg1
    • je hebt je rust hard nodig1
  2. met grote vaart1
    • hij rijdt veel te hard1
  3. hevig of krachtig1
    • er stond een harde wind1
  4. met veel kalk erin1
    • het water is hier hard1
  5. moeilijk of zwaar1
    • dat is erg hard voor hem1
  6. niet goed in te drukken1
    • het vriest, dus de grond is hard1
  7. streng en zonder medelijden1
    • de minister neemt harde maatregelen1
  8. waar bewijzen voor zijn1
    • de harde cijfers tonen aan dat hij gelogen heeft1
  9. krachtig, overduidelijk te horen1
    • die harde muziek komt van boven1

Wiktionary Translations for hard:

hard
adjective
  1. of a sound
  2. of water, high in dissolved calcium compounds
  3. severe
  4. resistant to pressure
  5. emotionally hardened
noun
  1. thing that is awkward or difficult to understand
  2. -

Cross Translation:
FromToVia
hard loud laut — von Ton und Stimmen : stark, intensiv
hard unrelenting; implacable airain — Symbole de la dureté. (2)
hard austere; severe; strict; harsh; sharp; stark; stern austère — Qui est rigoureux pour le corps et qui mortifier les sens et l’esprit. — note Se dit surtout des doctrines et des pratiques religieux.
hard hard; difficult; inconvenient; tough; arduous dur — Qui, par suite de sa fermeté, est difficile à pénétrer, à entamer.
hard loud; lofty; high haut — Qui élever. — note Par opposition à bas et à petit, en parlant d’un objet considérer par rapport à tous les autres objets du même genre, ou seulement par comparaison à un ou à plusieurs autres.
hard ruthless; merciless; pitiless; relentless; intransigent; obdurate; uncompromising; callous; hardline impitoyable — Qui est insensible à la pitié, qui est sans pitié.
hard aural; sonorous; resonant; sonic; loud sonore — Qui rendre un son.
hard severe; strict; austere; hard; harsh; sharp; stark; stern; tough sévère — Qui est rigide, sans indulgence.

External Machine Translations:

Related Translations for hardheid