Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geritsel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geritsel from Dutch to English

geritsel:

geritsel [het ~] nomen

  1. het geritsel (gesjacher; afdingen; handjeklap; afpingelarij)
    the haggling; the bartering; the shady dealings
  2. het geritsel (ritseling)
    the rustle

Translation Matrix for geritsel:

NounRelated TranslationsOther Translations
bartering afdingen; afpingelarij; geritsel; gesjacher; handjeklap inruil; omruil; omruiling; omwisseling; ruil; ruiling; ruiltransactie; uitwisseling
haggling afdingen; afpingelarij; geritsel; gesjacher; handjeklap afpingelarij; inruil; knibbelarij; ruil
rustle geritsel; ritseling geruis; ruis
shady dealings afdingen; afpingelarij; geritsel; gesjacher; handjeklap inruil; ruil
VerbRelated TranslationsOther Translations
rustle fluisteren; knisperen; lispelen; ritselen; ruisen; sissen; suizelen; suizen; zacht ruisen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
haggling knibbelziek

Wiktionary Translations for geritsel:

geritsel
noun
  1. soft, crackling sound

Cross Translation:
FromToVia
geritsel inspiration; animation soufflevent produit pousser l’air hors de la bouche.