Dutch

Detailed Translations for accoord from Dutch to German

accoord:

accoord [znw.] nomen

  1. accoord (goedkeuring; toestemming)
    die Genehmigung; Einverständnis; die Zustimmung; die Vereinbarung; die Erlaubnis

Translation Matrix for accoord:

NounRelated TranslationsOther Translations
Einverständnis accoord; goedkeuring; toestemming eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie; overeenstemming
Erlaubnis accoord; goedkeuring; toestemming akkoord; fiat; goedkeuring; goedvinden; licentie; permissie; snipperdag; toestemming; vakantie; vergunning; verlof; verlofjaar; verloftijd
Genehmigung accoord; goedkeuring; toestemming akkoord; fiat; goedkeuring; goedkeuringsactiviteit; goedvinden; instemming; licentie; permissie; toelating; toestemming; vergunning
Vereinbarung accoord; goedkeuring; toestemming afspraak; akkoord; compromis; contract; gemeenschappelijkheid; overeenkomst; regeling; schikking; vergelijk
Zustimmung accoord; goedkeuring; toestemming bijval; instemmen; instemming; toestemming; welbevinden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
angenommen aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd aangenomen; geadopteerd
aufgenommen aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd aangenomen; begonnen; geadopteerd; gefotografeerd; geregistreerd; in een gesticht opgenomen; opgenomen; opgeraapt; opgevat; toegelaten
erlaubt aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd gedoogd; geoorloofd; gepermitteerd; toegelaten; toegestaan; veroorloofd
gebilligd aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd
genehmigd aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd
gestattet aangenomen; aanvaard; accoord; geaccepteerd; goedgekeurd gedoogd; geoorloofd; gepermitteerd; toegelaten; toegestaan; veroorloofd

Wiktionary Translations for accoord:

accoord
adjective
  1. einer, derselben, der gleichen Meinung, übereinstimmend, einvernehmlich