Home ->Dictionaries ->Swedish/Dutch ->Translate varor

Translate varor from Swedish to Dutch

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

varor:
- handelswaar; waren; goederen; koopwaar; waar; goedheid; handelsgoederen

Swedish

Detailed Translations for varor from Swedish to Dutch

varor:

varor nomen

varor (handelsvaror; gods)
de handelswaar; de waren; de goederen; de koopwaar; de waar
- handelswaar [de ~] nomen
- waren [de ~] nomen, plural
- goederen [de ~] nomen, plural
- koopwaar [de ~] nomen
- waar [de ~] nomen
varor
de goedheid
- goedheid [de ~ (v)] nomen
varor (handelsvaror)
de goederen; handelsgoederen; de handelswaar; de koopwaar
- goederen [de ~] nomen, plural
- handelsgoederen [znw.] nomen
- handelswaar [de ~] nomen
- koopwaar [de ~] nomen

Translation Matrix for varor:

Noun	Related Translations	Other Translations
goederen	gods; handelsvaror; varor	egendommar; tillgångar
goedheid	varor
handelsgoederen	handelsvaror; varor
handelswaar	gods; handelsvaror; varor	handelsvara; vara
koopwaar	gods; handelsvaror; varor	artiklar; gods; handelsvara; handelsvaror; produkter; vara
waar	gods; handelsvaror; varor	artiklar; gods; grejor; handelsvara; handelsvaror; produkter; saker; vara
waren	gods; handelsvaror; varor
Verb	Related Translations	Other Translations
waren		ströva; ströva omkring
Adjective	Related Translations	Other Translations
waar		riktig; riktighet; säkerligen; verklig; verkligt
Other	Related Translations	Other Translations
waar		varthän

Synonyms for "varor":

gods

Related Translations for varor