Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verwording:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwording from Dutch to Swedish

verwording:

verwording [de ~ (v)] nomen

  1. de verwording (decadentie)
    förfall; nedgång; dekadans
  2. de verwording (ontaarding; degeneratie)
    degenerering; urartning; degeneration
  3. de verwording (verval)
    förfall; nedgång
  4. de verwording (verrotten; ontbinding; vergaan; bederven; bederf)

Translation Matrix for verwording:

NounRelated TranslationsOther Translations
degeneration degeneratie; ontaarding; verwording degenerering; verwildering
degenerering degeneratie; ontaarding; verwording degenerering
dekadans decadentie; verwording
förfall decadentie; verval; verwording afname; afrotten; daling; minder worden; terugloop; val; verlies van normen en waarden; verloedering
nedgång decadentie; verval; verwording afname; afnames; afrotten; afzwakking; daling; minder worden; terugloop; val; vermindering; vervallingen
ruttnande bederf; bederven; ontbinding; vergaan; verrotten; verwording
urartning degeneratie; ontaarding; verwording
ModifierRelated TranslationsOther Translations
ruttnande bronstig; krols; loops; rottend

Wiktionary Translations for verwording:


Cross Translation:
FromToVia
verwording förödmjukelse abaissementaction d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action.
verwording urartning abâtardissement — État ou fait de ce qui est abâtardir, au propre comme au figuré.