Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. uitputtendheid:


Dutch

Detailed Translations for uitputtendheid from Dutch to Swedish

uitputtendheid:

uitputtendheid [znw.] nomen

  1. uitputtendheid (volledigheid)

Translation Matrix for uitputtendheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
fullständighet uitputtendheid; volledigheid alles; betrouwbaarheid; compleetheid; completering; degelijkheid; deugdelijkheid; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; soliditeit; stevigheid; totaal; totaliteit; volheid; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid; voltooiing