Dutch

Detailed Translations for toevoegen from Dutch to Swedish

toevoegen:

toevoegen verb (voeg toe, voegt toe, voegde toe, voegden toe, toegevoegd)

  1. toevoegen (erbij optellen; erbij tellen)
    lägga till
    • lägga till verb (lägger till, lade till, lagt till)
  2. toevoegen (completeren; aanvullen; voltallig maken)
    göra komplett; komplettera; göra fullständig
    • göra komplett verb (gör komplett, gjorde komplett, gjort komplett)
    • komplettera verb (kompletterar, kompletterade, kompletterat)
    • göra fullständig verb (gör fullständig, gjorde fullständig, gjort fullständig)
  3. toevoegen (bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen)
    öka; bidraga
    • öka verb (ökar, ökade, ökat)
    • bidraga verb (bidrar, bidrog, bidragit)
  4. toevoegen (bijsluiten; bijvoegen; insluiten)
    innesluta; besegla; inkapsla
    • innesluta verb (inneslutar, inneslutade, inneslutat)
    • besegla verb (beseglar, beseglade, beseglat)
    • inkapsla verb (inkapslar, inkapslade, inkapslat)
  5. toevoegen (erbij doen; voegen)
    tillägga; tillsätta; addera
    • tillägga verb (tillägger, tilla, tillaggt)
    • tillsätta verb (tillsätter, tillsatte, tillsatt)
    • addera verb (adderar, adderade, adderat)
  6. toevoegen (bijvoegen)

Conjugations for toevoegen:

o.t.t.
  1. voeg toe
  2. voegt toe
  3. voegt toe
  4. voegen toe
  5. voegen toe
  6. voegen toe
o.v.t.
  1. voegde toe
  2. voegde toe
  3. voegde toe
  4. voegden toe
  5. voegden toe
  6. voegden toe
v.t.t.
  1. heb toegevoegd
  2. hebt toegevoegd
  3. heeft toegevoegd
  4. hebben toegevoegd
  5. hebben toegevoegd
  6. hebben toegevoegd
v.v.t.
  1. had toegevoegd
  2. had toegevoegd
  3. had toegevoegd
  4. hadden toegevoegd
  5. hadden toegevoegd
  6. hadden toegevoegd
o.t.t.t.
  1. zal toevoegen
  2. zult toevoegen
  3. zal toevoegen
  4. zullen toevoegen
  5. zullen toevoegen
  6. zullen toevoegen
o.v.t.t.
  1. zou toevoegen
  2. zou toevoegen
  3. zou toevoegen
  4. zouden toevoegen
  5. zouden toevoegen
  6. zouden toevoegen
en verder
  1. ben toegevoegd
  2. bent toegevoegd
  3. is toegevoegd
  4. zijn toegevoegd
  5. zijn toegevoegd
  6. zijn toegevoegd
diversen
  1. voeg toe!
  2. voegt toe!
  3. toegevoegd
  4. toevoegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toevoegen:

NounRelated TranslationsOther Translations
lägga till bijvoegen; toevoegen optelsom; samenvoeging; toeleggen
VerbRelated TranslationsOther Translations
addera erbij doen; toevoegen; voegen bevatten; bijrekenen; bijtellen; erbij tellen; inhouden; optellen; samenschikken
besegla bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezeilen; goedkeuren; homologeren
bidraga bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen bijdragen
bifoga annexeren; inlijven; overnemen
göra fullständig aanvullen; completeren; toevoegen; voltallig maken afmaken; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
göra komplett aanvullen; completeren; toevoegen; voltallig maken
inkapsla bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen omtrekken
innesluta bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen
komplettera aanvullen; completeren; toevoegen; voltallig maken afmaken; completeren; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
lägga till erbij optellen; erbij tellen; toevoegen aansluiten; bijvoegen; expanderen; openen; samentellen; supplementeren; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden
tillsätta erbij doen; toevoegen; voegen aanstellen; benoemen; installeren; toeschrijven
tillägga erbij doen; toevoegen; voegen annexeren; bevatten; inhouden; inlijven; overnemen; toeschrijven
öka bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; escaleren; gaan staan; gedijen; groeien; groter worden; omdoen; omhooggaan; omhoogkomen; opstaan; opzetten; stijgen; toenemen; uit de hand lopen; verheffen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
bifoga bijvoegen; toevoegen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
komplettera voleindigd

Antonyms for "toevoegen":


Related Definitions for "toevoegen":

  1. erbij doen1
    • je moet er een beetje suiker aan toevoegen1

Wiktionary Translations for toevoegen:


Cross Translation:
FromToVia
toevoegen addera add — to make an addition
toevoegen lägga till hinzufügenmit Dativ: einen Zusatz zu etwas geben
toevoegen lägga till hinzufügen — etwas ergänzend sagen
toevoegen bifoga adjoindre — À trier
toevoegen bifoga ajoutermettre en plus.
toevoegen ansluta; bifoga joindreapprocher deux choses l’une contre l’autre, en sorte qu’elles se toucher ou qu’elles se tenir.

Related Translations for toevoegen