Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. organen:
  2. orgaan:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for organen from Dutch to Swedish

organen:

organen [de ~] nomen, plural

  1. de organen
    organ

Translation Matrix for organen:

NounRelated TranslationsOther Translations
organ organen

Related Words for "organen":


orgaan:

orgaan [het ~] nomen

  1. het orgaan (zintuig)
  2. het orgaan (spreekbuis)
    bett; munstycke; telefonlur; talesman; språkrör

Translation Matrix for orgaan:

NounRelated TranslationsOther Translations
bett orgaan; spreekbuis happen
munstycke orgaan; spreekbuis embouchure; embouchures; mondstuk; mondstuk van een pijp; mondstukken
sinnesorgan orgaan; zintuig
språkrör orgaan; spreekbuis spreekbuis figuurlijk
talesman orgaan; spreekbuis woordvoerder; zegsman
telefonlur orgaan; spreekbuis bewindvoerder; telefoon; telefoonhoorn; telefoontoestel

Related Words for "orgaan":


Related Definitions for "orgaan":

  1. deel van lichaam met eigen functie1
    • de long is een orgaan waarmee we ademhalen1

Wiktionary Translations for orgaan:

orgaan
noun
  1. Onderdeel van het organisme
  2. Communicatiemiddel

Cross Translation:
FromToVia
orgaan organ organ — part of an organism
orgaan organ organ — official magazine, newsletter, or similar publication
orgaan organ organepartie d’un organisme vivant, considérée comme un tout et comme remplissant une fonction nécessaire ou utiles à sa vie.