Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. opschepper:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opschepper from Dutch to Swedish

opschepper:

opschepper [de ~ (m)] nomen

  1. de opschepper (blaaskaak; windbuil; snoever; bluffer)
    skrävlare; skrytmåns
  2. de opschepper (bluffer; patser; pocher)
  3. de opschepper (grootspreker; snoever)
  4. de opschepper (pocher; praatjesmakers; dikdoener; )

Translation Matrix for opschepper:

NounRelated TranslationsOther Translations
briljerande bluffer; opschepper; patser; pocher
skrytmåns blaaskaak; bluffer; grootspreker; opschepper; snoever; windbuil druktemaker; geurmaker; hol vat; leeg vat; praatjes; praatjes hebben; spekkopers; zenuwlijder
skrävlare blaaskaak; bluffer; dikdoener; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen dikdoeners; druktemaker; geurmaker; grote bek; grote mond; hol vat; kaatser; kaatsspeler; leeg vat; praatjes; praatjes hebben; spekkopers; zenuwlijder
storskrytare bluffer; dikdoener; opschepper; opscheppers; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; windbuil; windbuilen
stroskrytare grootspreker; opschepper; snoever
uppvisning bluffer; opschepper; patser; pocher betoging; demonstratie; etalering; happening; opvoering; parade; performance; show; staatsie; uiterlijk vertoon; uitslover; vertoning; voorstelling

Related Definitions for "opschepper":

  1. wie steeds goede dingen over zichzelf zegt1
    • die opschepper denkt dat hij alles kan1

Wiktionary Translations for opschepper:


Cross Translation:
FromToVia
opschepper skrävlare Maulheld — eine Person, die gerne mit ihren Taten und Fähigkeiten prahlen, tatsächlich aber kaum etwas Entsprechendes tut
opschepper skrävlare AngeberPerson, die ihre eigenen Leistungen freiwillig und unaufgefordert in den Vordergrund stellt

External Machine Translations: