Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. materieel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for materieel from Dutch to Swedish

materieel:

materieel [het ~] nomen

  1. het materieel
    material

Translation Matrix for materieel:

NounRelated TranslationsOther Translations
material materieel materie; stof
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
verklig materieel; stoffelijk beslist; echt; echte; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; werkelijk; werkelijke; zeker
ModifierRelated TranslationsOther Translations
faktisk materieel; stoffelijk daadwerkelijk; metterdaad; zowaar
faktiskt materieel; stoffelijk daadwerkelijk; eigenlijk; metterdaad; werkelijk; zowaar
handgripligt materieel; stoffelijk
påtagligt materieel; stoffelijk bemerkbaar; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
verkligt materieel; stoffelijk daadwerkelijk; echt; echte; metterdaad; onvervalst; waar; waarachtig; werkelijk; werkelijke; zowaar

Related Words for "materieel":

  • materieels

Wiktionary Translations for materieel:


Cross Translation:
FromToVia
materieel världslig; materiell material — worldly
materieel material; materia; materiell material — related to matter
materieel världslig worldly — concerned with the human, earthly or physical rather than spiritual
materieel material matériau — À trier