Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. knoest:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for knoest from Dutch to Swedish

knoest:

knoest [de ~ (m)] nomen

  1. de knoest (knobbel; kwast)
    kula; knopp; knapp; handtag; knöl; vred

Translation Matrix for knoest:

NounRelated TranslationsOther Translations
handtag knobbel; knoest; kwast balkgreep; beugel; draagbeugel; greep; handvat in de vorm van stok; hefboom; heft; hengsel; houdgreep; oor; oor van een kopje; steel
knapp knobbel; knoest; kwast drukkertje; knop; knopje; overhemdsknoopje; schakelaar; schakelknop
knopp knobbel; knoest; kwast
knöl knobbel; knoest; kwast bobbel; boerenlul; gek; hobbel; hondsvot; hork; kwetsuur; letsel; lummel; mallerd; malloot; oneffenheid; ongelijkheid; pias; zot; zottin
kula knobbel; knoest; kwast hok; hut; hutje; kogel; pens; spekbuik; voormaag
vred knobbel; knoest; kwast
ModifierRelated TranslationsOther Translations
knapp eng; nauw; nauwsluitend; smal; smalletjes; strak; van geringe breedte

Related Words for "knoest":


Wiktionary Translations for knoest:


Cross Translation:
FromToVia
knoest puckel bosseenflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion.
knoest svullnad enflure — État de ce qui est enflé (1)
knoest knut nœud — À classer
knoest upphöjning; knöl protubérance — didactique|fr éminence, saillie.

External Machine Translations: