Dutch

Detailed Translations for klappertje from Dutch to Swedish

klappertje:

klappertje [het ~] nomen

  1. het klappertje
    mössa; keps; barett

Translation Matrix for klappertje:

NounRelated TranslationsOther Translations
barett klappertje
keps klappertje baret; hoofddeksel; kap; kapje; muts; pet
mössa klappertje baret; een muts met een kwast; hoofddeksel; kapje; muts; pet

Related Words for "klappertje":


klappertje form of klapper:

klapper [de ~ (m)] nomen

  1. de klapper (zevenklapper; rotje)
  2. de klapper (hoofdboek)
    register; förteckning
  3. de klapper (absolute meevaller; topper)
  4. de klapper (knalbonbon; rotje)
  5. de klapper (telefoonklapper)
  6. de klapper (succesnummer; succes; hit; )
    krocka; slå
  7. de klapper (applaudisseur)

Translation Matrix for klapper:

NounRelated TranslationsOther Translations
en som applåderar applaudisseur; klapper
förteckning hoofdboek; klapper lijst; lijst van gegevens; opgaaf; opgave; overzicht; staat; staatje; zaakregister
knallkaramell klapper; knalbonbon; rotje
krocka hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer dreun; klap; knal; kwak; smak
lycklig sammanträff absolute meevaller; klapper; topper
register hoofdboek; klapper catalogus; gamma; register; scala; spectrum
slå hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
svärmare klapper; rotje; zevenklapper dwepers; fanatici; freaks; zeloten
telefonregister klapper; telefoonklapper
VerbRelated TranslationsOther Translations
slå bonken; dichtslaan; dichtwerpen; een klap geven; een opdonder verkopen; fijnwrijven; frapperen; grijpen; hameren; hard slaan; hengsten; krenken; kwetsen; maaien; meppen; rammen; slaan; timmeren; toeslaan

Related Words for "klapper":