Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. hilariteit:


Dutch

Detailed Translations for hilariteit from Dutch to Swedish

hilariteit:

hilariteit [de ~ (v)] nomen

  1. de hilariteit
    munterhet; uppsluppenhet

Translation Matrix for hilariteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
munterhet hilariteit blijheid; blijmoedigheid; gejoel; gejubel; jolijt; jool; keet; kwiekheid; lol; opgewektheid; plezier; pleziertjes; pretjes; pretmakerij; vrolijkheid
uppsluppenhet hilariteit pleziertjes; pretjes