Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. genezing:


Dutch

Detailed Translations for genezing from Dutch to Swedish

genezing:

genezing [de ~ (v)] nomen

  1. de genezing (herstel; beter worden; gezond worden; heling)
    tillfrisknande; läkning; botande; bot

Translation Matrix for genezing:

NounRelated TranslationsOther Translations
bot beter worden; genezing; gezond worden; heling; herstel boetedoening; boetstraf
botande beter worden; genezing; gezond worden; heling; herstel
läkning beter worden; genezing; gezond worden; heling; herstel
tillfrisknande beter worden; genezing; gezond worden; heling; herstel beterschap

Related Words for "genezing":

  • genezingen