Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. brandmerk:
  2. brandmerken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for brandmerk from Dutch to Swedish

brandmerk:

brandmerk [het ~] nomen

  1. het brandmerk
    brännmärke

Translation Matrix for brandmerk:

NounRelated TranslationsOther Translations
brännmärke brandmerk schandmerk; schandvlek; schroeiplek; smet

Related Words for "brandmerk":


Wiktionary Translations for brandmerk:


Cross Translation:
FromToVia
brandmerk kännemärke MalZeichen, oft kurz für Merkmal

brandmerken:

brandmerken verb (brandmerk, brandmerkt, brandmerkte, brandmerkten, gebrandmerkt)

  1. brandmerken (branden; markeren; inbranden; van stigma's voorzien)
    brännmärka
    • brännmärka verb (brännmärker, brännmärkte, brännmärkt)

Conjugations for brandmerken:

o.t.t.
  1. brandmerk
  2. brandmerkt
  3. brandmerkt
  4. brandmerken
  5. brandmerken
  6. brandmerken
o.v.t.
  1. brandmerkte
  2. brandmerkte
  3. brandmerkte
  4. brandmerkten
  5. brandmerkten
  6. brandmerkten
v.t.t.
  1. heb gebrandmerkt
  2. hebt gebrandmerkt
  3. heeft gebrandmerkt
  4. hebben gebrandmerkt
  5. hebben gebrandmerkt
  6. hebben gebrandmerkt
v.v.t.
  1. had gebrandmerkt
  2. had gebrandmerkt
  3. had gebrandmerkt
  4. hadden gebrandmerkt
  5. hadden gebrandmerkt
  6. hadden gebrandmerkt
o.t.t.t.
  1. zal brandmerken
  2. zult brandmerken
  3. zal brandmerken
  4. zullen brandmerken
  5. zullen brandmerken
  6. zullen brandmerken
o.v.t.t.
  1. zou brandmerken
  2. zou brandmerken
  3. zou brandmerken
  4. zouden brandmerken
  5. zouden brandmerken
  6. zouden brandmerken
en verder
  1. ben gebrandmerkt
  2. bent gebrandmerkt
  3. is gebrandmerkt
  4. zijn gebrandmerkt
  5. zijn gebrandmerkt
  6. zijn gebrandmerkt
diversen
  1. brandmerk!
  2. brandmerkt!
  3. gebrandmerkt
  4. brandmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for brandmerken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
brännmärka branden; brandmerken; inbranden; markeren; van stigma's voorzien inbranden; slecht voorstellen; stigmatiseren; verketteren

Related Words for "brandmerken":


Wiktionary Translations for brandmerken:


Cross Translation:
FromToVia
brandmerken brännmärka brand — mark with proof of ownership